2. De gebiedende wijs
Wanneer gebruik je de gebiedende wijs?
Wanneer je opdrachten of aanwijzingen geeft!
Zit!
Blijf!
3. Gebiedende wijs in het Frans
Welke vorm je gebruikt, hangt af van de
persoon tegen wie je iets zegt.
Heb je het tegen één persoon?
Heb je het tegen meerdere personen of ‘u’?
We nemen als voorbeeld het werkwoord
rester, wat blijven betekent.
4. Rester in de gebiedende wijs
Tot één persoon –
gebruik de je-vorm en laat je weg
(je) Reste! Blijf!
5. Rester in de gebiedende wijs
Tot meerdere personen of tot ‘u’ –
gebruik de vous-vorm en laat vous weg
(vous) Restez! Blijf!
8. Wat is belangrijk om te leren
voor de gebiedende wijs?
Je moet weten wat de je en vous-vormen zijn van de
werkwoorden die je hebt gehad. Weet jij ze nog van
de volgende werkwoorden? Gebruik blz. 82 t/m 85 in
je tekstboek als je het niet meer weet.
Je-vorm Vous-vorm
Regarder (kijken)
Venir (komen)
Prendre (nemen)
Faire (maken/doen)
9. Exercice!
Vul de juiste gebiedende wijs in
en vertaal de zin!
1. Anna, ………………. la tarte! (manger)
2. Monsieur, ………………. attention! (faire)
3. Les filles, ……………………. ici! (venir)
4. Patrick! ………………….. la baguette! (prendre)
5. Luc et Tom, ……………….. la porte! (fermer)
10. Exercice!
Vul de juiste gebiedende wijs in
en vertaal de zin!
1. Anna, ………………. la tarte! (manger)
2. Monsieur, ………………. attention! (faire)
3. Les filles, ……………………. ici! (venir)
4. Patrick! ………………….. la baguette! (prendre)
5. Luc et Tom, ……………….. la porte! (fermer)