Het opleiden van startbekwame leraren die ICT betekenisvol kunnen inzetten in het leren, lesgeven en organiseren van onderwijs is een actueel thema binnen de lerarenopleidingen. Onderzoek naar ICT in het onderwijs toont aan dat mits goed ingezet ICT het rendement en de aantrekkelijkheid van het onderwijs vergroot. Dit vraagt leraren die in staat zijn om de verworvenheden en beperkingen van technologie te herkennen en die vaardig zijn om deze te integreren in betekenisvol onderwijs. Lerarenopleidingen moeten de leraren van de toekomst leren hoe ze ICT in hun lessen moeten gebruiken. Een door lerarenopleidingen gezamenlijk ontworpen kader voor studenten en lerarenopleiders zorgt voor richting in dit proces. In dit symposium staan we stil bij de vraag wat een startbekwaam leraar zou moeten beheersen om ICT te integreren in leren, lesgeven en organiseren van onderwijs en wat dat vraagt van een lerarenopleider. Het symposium draagt bij aan het debat over technologie, onderwijzen en het leren van leraren en lerarenopleiders. Presentaties door Joke Voogt, Jeroen Bottema en Gerard Dummer.
4. Studenten over hun eigen ICT gebruik
• Zetten ICT frequent in voor eigen gebruik
(communiceren, organiseren,informatiezoeken en
leren).
• Maar hebben weinig aandacht voor inzet ICT om
het leren van leerlingen te faciliteren (met name
hogere orde cognitieve vaardigheden,
differentieren, creativiteit)
OECD, 2010
5.
6. Aandacht voor ICT in de opleiding
• Aandacht voor didactisch gebruik van ICT in de opleiding is
afhankelijk van de toevallige opleider
• Meer aandacht moet worden besteed aan gebruik van ICT bij
pedagogisch/didactisch handelen (89% studenten)
• Opleidingsdocdenten moeten meer openstaan voor het gebruik van
ICT (82% studenten) en moeten worden geschoold
• Ongeveer 40% van de lerarenopleidingen besteedt geen enkele
aandacht aan het gebruik van ICT om het leren te faciliteren
OECD, 2010; Hovius & Kessel, 2013;Admiraal et al, 2013
7.
8. Een schoolleider over de opleiding
“De opleiding heeft de taak zich een mening te vormen, zich te
informeren over actuele inzichten t.a.v. het onderwijs en moet
dus voortdurend bezig zijn het onderwijs aan te passen aan de
eisen van het huidige onderwijs”.
“Ik ga er vanuit dat ontwikkelingen als „flipping the classroom‟
binnen „no time‟ een onderdeel van de opleiding wordt. Zij horen
na te denken over de nieuwe vragen die worden gesteld aan
leren, dus aan docenten en scholen, en dus hoe moeten wij
onze mensen voorbereiden”.
Admiraal et al., 2013
9. Kernproblemen
Onvoldoende voorbereiding van studenten op didactisch en
pedagogisch gebruik van ICT in het onderwijs
Geen structurele plaats in het curriculum
Opleiders zijn onvoldoende geschoold in didactische (en
pedagogisch) ICT gebruik;
Opleiders ervaren weinig tijd te hebben voor
professionalisering
Scholen verwachten dat opleidingen hierin voorop lopen
10. Kennisbasis en competentieprofielen
ADEF kennisbasis ICT voor 2e graads
lerarenopleidingen (Presentatie Bottema)
In ontwikkeling: Competentieprofielen voor
lerarenopleiders (Velon werkgroep ICT (Presentatie
Dummer)
11. Een gemeenschappelijk kader
TPACK is een vorm van kennis (vergelijk PCK).
Maar ook
• conceptueel model om op de integratie van ict in het
onderwijs te reflecteren.
• biedt een gemeenschappelijke taal en daarmee een
gemeenschappelijke richting.
Koehler & Mishra, 2008; Voogt, et al., 2013
12. Technological Pedagogical Content Knowledge beschrijft
de zijn de kennis en vaardigheden die docenten nodig
hebben om didactiek, vakinhoud en ICT te integreren
Aandachtspunten:
De vaardigheid van de docent om te “spelen”
met de kerngebieden en de overlap tussen
de gebieden is van groot belang
Het negeren van deze complexiteit leidt tot te
makkelijke oplossingen of mislukkingen
Context: Er is geen beste oplossing die geldt
voor elke docent, elk vak, of elke
onderwijsvisie
13. Succesvolle strategieën
Sluiten aan op de algemeen erkende basisprincipes
van effectieve professionalisering van leraren:
• werkplekleren,
• gedurende langere tijd,
• gericht op doelen en inhouden van onderwijs
• gericht op verbetering van het leren van
leerlingen.
14. Mentortrajecten voor opleiders ( 1 op 1 begeleiding)
Creëren van partnerships van opleiding en (ICT-rijke)
scholen door koppeling aan stages van leraren-in-
opleiding, in nauwe samenwerking met
stagebegeleiders;
Ontwerpen en implementeren van ICT-rijke
curriculumonderdelen in kennisgemeenschappen
van lerarenopleiders, leraren en leraren-in-opleiding.
Op basis van evaluatie van Preparing Tomorrow’s Teachers to Teach with
Technology (Polly et al., 2010)
17. Voorwaarden voor succes
ICT leiderschap en planning
Toegang tot bronnen Ruimte voor professionele
ontwikkeling staf
Samen met anderen
18. Monitoren van de implementatie
• Niet alleen effecten, maar ook de voorwaarden
• Niet alleen in de opleiding, maar ook effecten in
beroepspraktijk afgestudeerden
20. Opbouw
• Aanleiding & doelstellingen
• Methodiek
• Kaders en thema’s
• Uitdagingen en ontwikkelingen
21. Kennisbasis ICT (ADEF, 2013)
• Beschrijving van competentie-indicatoren ICT
voor de tweedegraads lerarenopleiding
• Niveau startbekwaam
• Onderdeel van de generieke kennisbasis
tweedegraads lerarenopleiding
22.
23. Aanleiding (1)
• Context van de 21e eeuwse kennis- en
netwerksamenleving
• ICT levert rendement op, mits goed ingezet,
voor leren, lesgeven en organiseren van
onderwijs (Kennisnet, 2013)
• Vraagt om onderwijs die curricula ontwerpen
die relevant zijn voor de samenleving
• Vraagt om startbekwame leraren die ICT in
kunnen zetten in betekenisvol onderwijs
24.
25. Aanleiding (2)
• Belang van integratie ICT in de
lerarenopleiding: nog geen sprake van
(volledige) integratie
• Leraren voldoende voorbereid op leren van de
toekomst en ICT (Hovius & van Kessel, 2013)
• Integratie is complex (Drent, 2005; Kay, 2006;
Tondeur et al, 2012)
• Kader voor studenten zorgt voor richting in dit
proces
26. Doelstellingen (1)
• Het aanbieden van een standaard kader van
ICT-competenties die studenten op de
lerarenopleiding ondersteunt in het
ontwikkelen van de benodigde ICT kennis en
vaardigheden
• Het aanbieden van een standaard kader ICT-
competenties die lerarenopleidingen
ondersteunt in het ontwerpen en
implementeren van curricula waarbij ICT
kennis en vaardigheden integraal deel
uitmaken van het opleiden van leraren.
27. Doelstellingen (2)
• Het aanbieden van een standaard kader
digitale geletterdheid met een focus op de
continue ontwikkeling van leraar
• Het implementeren en uitbreiden van
docentprofessionalisering gericht op het
verbeteren van de effectiviteit van instructie
en het leren van studenten en leerlingen.
30. Thema 1 Attitude
• De lerende en innoverende professional
• De flexibele en adaptieve professional
• De reflecterende professional
• De samenwerkende professional
31. Thema 2 Basis digitale vaardigheden
• Instrumentele vaardigheden zijn
randvoorwaardelijk voor weloverwogen
didactische inzet van ICT in het leren, lesgeven
en organiseren van onderwijs
• Verhogen van self-efficacy
• Van ECDL tot gebruik onderwijstoepassingen
33. Thema 4 Didactisch handelen
• Het maken van didactische keuzes
• ICT organiseren in de (digitale) leeromgeving
• Arrangeren van digitaal leermateriaal
• Kennisoverdracht
• Kennisconstructie
• Beoordelen en evalueren
34. Implementatie (uitdagingen)
• Kennisbasis ICT ‘stap 1’ in proces integratie ICT
in de lerarenopleiding
• Betekenisvol curriculum ICT gericht op
competentieontwikkeling student
• Niveaus en assessment
• Visie op opleiden van leraar voor de toekomst
• Wat vraagt dit van de lerarenopleider?
35. Ontwikkelingen
• Ondersteunen van studenten en docenten
lerarenopleidingen met specifieke invulling
van competentie-indicatoren: voorbeelden
• Kennisdelen over implementatie kennisbasis
ICT tussen lerarenopleidingen
• Samenwerking met Kennisnet, Velon, SURF
over thema ICT-bekwaamheden van de
docent in het (hoger) onderwijs
36. Ontwikkeling van
Competentieprofiel ICT voor
lerarenopleiders door de VELON
themagroep ICT en de
lerarenopleider
Gerard Dümmer (HU, Velon)
VELON-congres 10 maart 2014
38. Aanleiding
• Ontwikkeling van Kennisbasis ICT (ADEF, 2013)
• Beroepsstandaard VELON (VELON, 2012)
• Leraren nog niet voldoende voorbereid (SBO,
2011)
• Integratie is complex (Drent, 2005; Kay, 2006;
Tondeur et al, 2012)
• Nog geen standaard onderdeel van curriculum
• Veel aandacht voor hoe maar nog niet voor wat
39. Ondernomen stappen
• Bestudering bronnen
– Beroepsstandaard VELON (VELON, 2012)
– SQD-model (Tondeur et al., 2012)
– Leader competences (Doyle and Reading, 2012)
– Vlaamse ICT-bekwaamheden voor de lerarenopleider (AUGent, 2012)
• Feedbackronde experts
– Jos Fransen (Associate Lector, Lectoraat eLearning, INHolland)
– Marijke Kral (lector leren met ICT, HAN)
– Jo Tondeur (onderzoeker Universiteit Gent)
• Verwerking tot voorlopig model
– VELON themagroep ICT en de lerarenopleider
– Joke Voogt (lector ICT in de lerarenopleiding; Windesheim. Hoogleraar
ICT in het curriculum UvA)
42. Voorlopig model
A. Ontwikkelings-
bekwaam
B. Opleidings-
didactisch
bekwaam
C. Agogisch
bekwaam
D. Organisatorisch
en beleidsmatig
bekwaam
Competentieprofiel ICT voor lerarenopleiders
43. A. Ontwikkelingsbekwaam
Reflectie:
– De lerarenopleider toont aan op methodische
wijze ICT-gebruik te analyseren om zo
systematisch verbeterpunten in zijn lespraktijk toe
te passen en te beoordelen op effectiviteit.
44. A. Ontwikkelingsbekwaam
Onderzoekend handelen:
– De lerarenopleider toont aan dat hij een lerende
professional is die zelfstandig, creatief en kritisch
gebruik maakt van de (nieuwe-) mogelijkheden van
ICT bij leren, lesgeven en organiseren van onderwijs.
– De lerarenopleider toont aan dat hij zoekt naar
(interdisciplinaire) samenwerking met collega's die in
een vergelijkbare situatie rondom ICT en onderwijs
verkeren.
– De lerarenopleider toont aan dat hij opgedane ICT-
kennis en vaardigheden met andere lerarenopleiders
en docenten (binnen of buiten de school) kan delen
om zo nieuwe kennis te construeren .
45. A. Ontwikkelingsbekwaam
Onderhouden van de eigen professionaliteit:
– De lerarenopleider toont aan dat hij beschikt over de
overtuiging dat betekenisvol onderwijs vraagt om
beargumenteerde inzet van ICT en is in staat om de
verworvenheden en beperkingen van technologie te herkennen
en te integreren in betekenisvol onderwijs.
– De lerarenopleider toont aan dat hij kan inspelen op
onderwijskundige veranderingen en behoeften met betrekking
tot het gebruik van ICT.
– De lerarenopleider ondersteunt en motiveert collega's en
studenten in hun ICT ontwikkeling.
– De lerarenopleider heeft inzicht in de veranderende
vakinhouden ten gevolge van technologische ontwikkelingen en
kan op basis hiervan meedenken over de implicaties hiervan
voor de opleiding.
46. B. Opleidingsdidactisch bekwaam
vormgeven van leerprocessen van (aanstaande)
leraren:
– De lerarenopleider heeft inzicht in de
mogelijkheden van technologie voor het oplossen
van didactische dilemma’s en kan op basis hiervan
leerpraktijken ontwerpen en uitvoeren.
– De lerarenopleider maakt doelmatig gebruik van
ICT in het leren, lesgeven en organiseren van
onderwijs.
47. B. Opleidingsdidactisch bekwaam
Voorbeeldmatig opleiden:
– De lerarenopleider is een rolmodel voor zijn
studenten als het gaat om de didactische inzet van
ICT in het leren, lesgeven en organiseren van
onderwijs.
48. B. Opleidingsdidactisch bekwaam
bevorderen van wisselwerking tussen theorie en
praktijk:
– De lerarenopleider expliciteert zijn keuzes voor de
inzet van ICT op basis theoretische onderbouwing
en praktische ervaringen.
– De lerarenopleider geeft vorm aan relevante
praktijkervaringen met ICT in de lespraktijk en
koppelt dit terug naar de theorie.
49. B. Opleidingsdidactisch bekwaam
beoordelen van de ontwikkeling van de
(aanstaande) leraar:
– De lerarenopleider begeleidt en beoordeelt de
ontwikkeling van aanstaande leraren op het
gebied van ICT in het onderwijs door de jaren
heen.
50. C. Agogisch bekwaam
Interpersoonlijk handelen:
– De lerarenopleider heeft inzicht in het effect van
ICT op interpersoonlijke processen als deze als
communicatiemiddel wordt ingezet.
– De lerarenopleider is er zich van bewust dat werk-
en privéprocessen in elkaar overlopen door het
alomtegenwoordige gebruik van ICT in onze
samenleving en de implicaties daarvan voor het
leren en werken van studenten.
51. C. Agogisch bekwaam
Omgaan met diversiteit:
– De lerarenopleider zet ICT-middelen in om in te
spelen op de diversiteit van de
studentenpopulatie.
– De lerarenopleider heeft inzicht in de
leerbehoefte van studenten op het gebied van ICT
in het onderwijs.
52. C. Agogisch bekwaam
Begeleiden van de ontwikkeling van
beroepsidentiteit:
– De lerarenopleider ondersteunt aanstaande
leraren bij de reflectie op hun houding ten
opzichte van ICT in het onderwijs en het
gedemonstreerd didactisch gebruik ervan.
53. D. Organisatorisch en beleidsmatig bekwaam
Vormgeven aan samen opleiden:
– De lerarenopleider heeft inzicht op de invloed van
technologie op het opleiden van leraren en geeft
daar samen met zijn collega´s vorm aan.
54. D. Organisatorisch en beleidsmatig bekwaam
Werken in een multidisciplinair team:
– De lerarenopleider werkt samen met collega´s in
de opleiding aan de integratie van ICT in het
onderwijs.
– De lerarenopleider gebruikt in samenwerking met
collega’s technologie om het eigen onderwijs te
verbeteren en inhouden relevant en betekenisvol
te maken om de leermogelijkheden van alle
studenten te vergroten.
55. D. Organisatorisch en beleidsmatig bekwaam
Bijdragen aan de organisatie van de
lerarenopleiding:
– De lerarenopleider draagt bij aan de organisatie
om ICT-rijk leren mogelijk te maken.
56. D. Organisatorisch en beleidsmatig bekwaam
Bijdragen aan het beleid van het opleiden van
leraren:
– De lerarenopleider denkt mee over hoe het
personeel ondersteund kan worden, hoe beleid
vorm gegeven moet worden en wat er op het
gebied van infrastructuur nodig is om ICT-
onderwijs mogelijk te maken
– De lerarenopleider neemt verantwoordelijkheid
om de eigen opleiding te informeren over nieuwe
ontwikkelingen op het terrein van ICT.