Cursus voor Vormingplus

1. SCHRIJVEN VOOR HET WEB
Vormingplus MZW – 9/11/2016

2. kristof@ilikemedia.be
@kristofdhanens

3. Nog dit…

4. WIE BEN JIJ?

5. tekst
SOORTEN WEBTEKSTEN
MICROCONTENT
• Teaser
• Titel + lead + hyperlink (vaak ‘lees meer’)
• Blokjes tekst op de homepage, item in nieuwsbrief, status of tweet
• 10-40 woorden
MESOCONTENT
• Nieuwsbericht of wervende tekst
• Tekstblokken of alinea’s
• Linken naar elkaar en/of naar niveau 3
• 3-8 alinea’s
MACROCONTENT
• Onbeperkt aantal woorden.
• Vaak niet-aangepaste teksten in PDF- of doc-formaat.

6. MICROTEKST

7. MESOTEKST

8. MACROTEKST

9. Zender Boodschap Ontvanger
HET KLASSIEKE COMMUNICATIESCHEMA

10. VERTREK VANUIT JE LEZER

11. • Wie is je doelpubliek?
• Waar liggen ze wakker van?
• Welke content lezen ze graag?
OPDRACHT

12. Eigen content (opinie, nieuws, tips)
Sectorcontent (krant, andere websites)
Verhalen van fans (social, blog)

14. FOTO
KOP
LEAD
KORTE
ALINEA’S
LINKS
WITREGELS
TUSSENKOP
OPBOUW VAN EEN WEBTEKST

15. OPBOUW VAN EEN WEBTEKST
Boek / verhandeling Webtekst
Belangrijkste
Lead = eerste alinea
= Belangrijkste

16. HOE MENSEN LEZEN ONLINE
Goede webteksten:
• Nette spreektaal
• Vermijd passief, schrijf actief
• Schrap hulpww
• Vermijd tangconstructies
• Let op met getallen
• Vermijd nominaalstijl (het + ww)

17. HOE MENSEN LEZEN ONLINE
Goede webteksten:
• Vermijd vage kwantoren
(verschillende, verscheidene, enkele…)
• Vermijd afkortingen, haakjes,
gedachtestreepjes
• Beperkt opsommingen tot 3, geen
beletselteken

18. OPDRACHT
Schrijf een artikel dat de komende maand
op je website zou kunnen verschijnen