SlideShare a Scribd company logo
1 of 8
Download to read offline
- 1 -
Integratie, generatie en onderwijsprestaties
Geert Driessen, ITS – Radboud Universiteit Nijmegen
1. Achtergronden
Het Nederlandse beleid ten aanzien van immigranten heeft de laatste decennia een forse omme-
zwaai gemaakt, van integratie met behoud van de eigen etnisch-culturele identiteit naar actieve
participatie en assimilatie. De publieke opinie is altijd een stapje verder gegaan dan het beleid,
daarin sterk gevoed door critici als Bolkestein, Fortuyn en Wilders, die het taboe op de ideale
multiculturele samenleving verder doorbraken. Over integratie wordt recentelijk steeds vaker in
termen van tegenstellingen gesproken. Bovendien heeft het een sterk verplichtend karakter
gekregen: ‘zij’ moeten precies hetzelfde zijn als ‘wij’. Onder invloed van gebeurtenissen als
‘9/11’ en de moord op Theo van Gogh wordt integratie in toenemende mate gekoppeld aan
religiositeit, lees: de islam.
Wat nu precies onder ‘integratie’ moet worden verstaan, is niet helemaal duidelijk. Een aantal
aspecten worden in dit verband echter vaak genoemd: opleiding, betaald werk, beheersing en
gebruik van de Nederlandse taal, participatie in Nederlandse instituties, waarden en normen,
gezinsgrootte, opvoedingsgedrag en religiositeit. Voor de Nederlandse overheid staat het hebben
van betaald werk en economische zelfstandigheid (en daarmee het niet afhankelijk zijn van
sociale voorzieningen) voorop.
Integratie wordt doorgaans aan tijd gekoppeld. De verwachting is dat naargelang de tijd vordert
en immigranten langer hier verblijven, zij zich steeds meer zullen aanpassen en uiteindelijk niet
meer van autochtone Nederlanders te onderscheiden zijn. Over het tempo waarin dit proces
plaatsvindt, dan wel zou behoren plaats te vinden, lopen de opvattingen flink uiteen. Sommigen
geven de immigranten hiervoor hooguit één generatie, anderen twee à drie. De ruimte die men
immigranten in dit opzicht gunt, is sterk afhankelijk van of men zich ter rechter dan wel linker
zijde van het politieke spectrum bevindt.
Van integratie wordt niet alleen verwacht dat het goed is voor de immigrant zelf, maar ook voor
diens kinderen. Kenmerken van het gezin waarin men opgroeit zijn immers in belangrijke mate
bepalend voor het uiteindelijke behaalde maatschappelijke succes. Op school worden kinderen
onderwezen in de dominante cultuur van de Nederlandse samenleving. Als ouders participeren
in deze cultuur, dan komt de thuiscultuur meer overeen met de schoolcultuur. Dit zou er toe
leiden dat kinderen van goed-geïntegreerde immigranten beter presteren dan kinderen van niet-
of slecht-geïntegreerde immigranten. Anders geformuleerd: naarmate allochtone ouders beter
zijn geïntegreerd in de Nederlandse samenleving, zijn de voorwaarden tot integratie van hun
kinderen ook gunstiger en daarmee tevens hun onderwijs- en maatschappelijke kansen. Om die
reden wordt in het integratiebeleid de verantwoordelijkheid van allochtone ouders om hun kin-
deren in hun schoolloopbaan te ondersteunen en stimuleren sterk benadrukt.
- 2 -
2. Vragen
In dit artikel worden de resultaten gepresenteerd van een grootschalig onderzoek naar de relatie
tussen een reeks integratiekenmerken van ouders, de generatie waartoe het allochtone kind
behoort en de taal- en rekenvaardigheid van het kind. Eerder zijn al enkele integratiekenmerken
genoemd. Een goede opleiding is niet alleen een vereiste om überhaupt in de Nederlandse sa-
menleving te kunnen functioneren, maar ook voor het vinden van een baan. Betaald werk is ook
een voorwaarde voor de door de overheid nagestreefde economische zelfstandigheid. Vanuit een
emancipatieperspectief is betaald werk een weg naar zelfbeschikking en zelfverwezenlijking.
Het hebben van werk verruimt ook de mogelijkheden tot het aangaan van contacten en het
opbouwen van netwerken. Hierdoor nemen niet alleen de maatschappelijke kansen van ouders
toe, maar ook hun mogelijkheden om hun kinderen bij de schoolloopbaan te ondersteunen.
Doordat op het werk (doorgaans) in het Nederlands wordt gecommuniceerd, zal de beheersing
van het Nederlands door de allochtone ouders toenemen, wat zijn neerslag heeft op de commu-
nicatie tussen ouders en kinderen en uiteindelijk het taalniveau van die kinderen. Samenhangend
met het niveau Nederlands van de ouders is de taalkeuze die zij maken: blijven ze gericht op de
taal van hun herkomstland of kiezen ze voor het Nederlands in hun communicatie met hun
kinderen? In westerse samenlevingen is het aantal kinderen dat binnen een gezin geboren wordt
flink afgenomen. Aan de (bewuste) beslissing om slechts een beperkt aantal kinderen te nemen,
liggen veelal emancipatorische en economische motieven ten grondslag. In kleinere gezinnen
hoeven de beschikbare financiën door minder kinderen gedeeld te worden en is er ook meer
ruimte voor individuele ondersteuning. Een beperkt kindertal kan worden opgevat als een ken-
merk van een moderne samenleving. Dat geldt evenzeer voor kerkelijkheid. Het proces van
modernisering kenmerkt zich door sociaal-economische en sociaal-culturele veranderingen,
waardoor de invloed van het geloof vermindert. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is er in
de westerse wereld in het algemeen en in Nederland in het bijzonder sprake van een gestage
secularisering onder de autochtone bevolking. De vraag is of er een relatie is met de onderwijs-
prestaties van de kinderen. Behalve de mate van integratie, speelt als het gaat om de school-
loopbaan van allochtone leerlingen ook de generatie waartoe ze behoren een rol.
Op basis van het bovenstaande wordt in deze bijdrage naar een antwoord gezocht op de volgen-
de vragen:
1. Is er wat een aantal integratiekenmerken betreft sprake van een ontwikkeling over genera-
ties? Zijn er daarbij verschillen tussen herkomstlanden?
2. In hoeverre is er wat de taal- en rekenvaardigheid betreft sprake van een positieve ontwikke-
ling over generaties? Zijn er daarbij verschillen tussen herkomstlanden?
3. Welke de integratiekenmerken is het meest bepalend voor het niveau van de taal- en reken-
vaardigheden?
- 3 -
3. De gebruikte gegevens
De gegevens zijn afkomstig van de eerste meting van cohortonderzoek COOL5-18
uit 2008. In
totaal gaat het om informatie van 25.477 kinderen en hun ouders; 9.331 van die kinderen zitten
in groep 2, 8.426 in groep 5 en 7.720 in groep 8.
Het betreft drie soorten gegevens:
(1) De etnische herkomst en generatie van de kinderen.
Autochtoon (c.q. Nederland) en allochtoon, onderscheiden naar Turkije, Marokko, Suriname, de
Nederlandse Antillen, overige niet-westerse landen, en overige westerse landen. Binnen de
allochtonen is een nader onderscheid gemaakt naar eerste, tweede en derde generatie.
(2) Integratiekenmerken van de ouders.
Het betreft de gegevens van de moeder, en als die er niet is die van de vader. Voor elk van de
integratiekenmerken is een bepaalde norm aangehouden waaraan de betreffende immigrant
voldoet of niet voldoet. Die norm is afgeleid van de modale score van wat als de referentiegroep
wordt beschouwd, de autochtone Nederlanders.
 Opleiding: minimaal een startkwalificatie (c.q. een havo-, vwo- of mbo2-diploma).
 Betaald werk: voor minimaal 12 uur per week (de ondergrens voor de bepaling van werk-
loosheid).
 Kindertal: maximaal modaal (2 kinderen).
 Spreektaal met kind: Nederlands, dialect of streektaal (versus een buitenlandse taal).
 Beheersing Nederlands: goed of zeer goed (versus niet, zeer slecht, slecht of redelijk).
 Seculair: geen lid/aanhanger kerk of geloof.
Behalve deze zes afzonderlijke aspecten is er nog een samengesteld kenmerk. Daarvoor is het
aantal keren dat een immigrant voldoet aan ‘de norm’ gesommeerd. Deze score varieert dus van
0 (op geen van de aspecten) tot 6 (op alle aspecten).
(3) De (voorbereidende) taal- en rekenvaardigheid van de kinderen
Toetsen uit het Cito-leerlingvolgsysteem.
- 4 -
4. Resultaten
4.1 Integratie en generatie
Tabel 1 laat de samenhang zien tussen de mate van integratie van de ouders en de etnische
herkomst en generatie van hun kinderen. De tabel geeft een overzicht van de percentages alloch-
tone ouders die voldoen aan de per integratie-aspect gestelde norm. In de laatste kolom van de
tabel wordt bovendien de score op het samengestelde kenmerk gepresenteerd. Als referentiepunt
gelden de percentages van de autochtonen.
Tabel 1 – De mate van integratie per generatie (percentages, gemiddelden)
Etnische
herkomst
Generatie Integratie-aspecten
Opleiding Betaald
werk
Kinder-
tal
Spreektaal
Nederlands
Beheersing
Nederlands
Seculair Integratie
totaal
Nederland - 70 68 68 100 97 41 4,4
Turkije 1 20 33 59 21 23 2 1,5
2 23 38 60 40 40 2 2,0
3 54 58 83 82 92 17 3,7
Marokko 1 17 17 44 45 27 0 1,4
2 24 34 38 67 47 2 2,0
3 44 50 74 100 94 48 4,0
Suriname 1 42 74 73 100 98 0 3,8
2 50 72 69 99 94 15 3,9
3 58 67 78 100 95 47 4,4
Antillen 1 41 62 55 68 65 7 2,8
2 48 64 69 92 85 23 3,7
3 58 60 75 100 100 69 4,5
Overig niet-
westers
1 44 29 55 33 26 7 1,9
2 49 46 62 57 41 15 2,6
3 73 74 74 99 97 48 4,6
Overig westers 1 63 48 67 37 50 18 2,7
2 68 61 75 76 72 30 3,7
3 72 71 70 99 97 50 4,5
Rond de 70 procent van de autochtonen, de referentiegroep, heeft een startkwalificatie en be-
taald werk voor minimaal 12 uur per week. Eveneens zo’n 70 procent heeft maximaal 2 kinde-
ren. Ze spreken allemaal Nederlands, een streektaal of dialect en zijn bijna allemaal van oordeel
dat ze het Nederlands goed of zeer goed beheersen. Ruim 40 procent rekent zichzelf niet tot een
geloof of kerk. Gemiddeld genomen voldoet de gemiddelde autochtoon aan 4,4 van de 6 inte-
gratie-indicatoren.
Voor de allochtonen geldt dat er vrijwel steeds sprake is van een ontwikkeling, waarbij naarma-
te de kinderen van een latere generatie zijn hun ouders hoger scoren op de integratie-aspecten.
Daarbij lijkt er ten aanzien van de Turken en Marokkanen sprake van een ‘breuk’ tussen ener-
- 5 -
zijds de eerste en tweede generatie en anderzijds de derde generatie. Uit de totaalscores blijkt
dat met uitzondering van de Turkse en Marokkaanse groep de derde generatie steeds ten minste
op hetzelfde integratieniveau zit als de autochtonen (scores van 4,4 tot 4,6). De derde generatie
Marokkanen zit daar dan nog wat onder en de Turken zitten er nog iets meer onder (scores 4,0,
resp. 3,7). In Figuur 1 zijn de gegevens met betrekking tot opleiding, betaald werk en beheer-
sing Nederlands voor de Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse groep nog in gra-
fiekvorm afgebeeld.
Grafiek 1 – De mate van integratie per generatie (percentages)
4.2 Taal- en rekenvaardigheid en generatie
De samenhang tussen de taal- en rekenvaardigheid van de kinderen en de generatie waartoe ze
behoren wordt in Tabel 2 gepresenteerd. Dat gebeurt per jaargroep apart.
Opleiding
10
20
30
40
50
60
70
1 2 3
Turkije Marokko Suriname Antillen
Betaald werk
10
20
30
40
50
60
70
80
1 2 3
Turkije Marokko Suriname Antillen
Beheersing Nederlands
20
30
40
50
60
70
80
90
100
1 2 3
Turkije Marokko Suriname Antillen
- 6 -
Tabel 2 - Taal- en rekenvaardigheid per generatie (gemiddelden)
Groep 2 Groep 5 Groep 8
Etnische herkomst Generatie Taal Rekenen Taal Rekenen Taal Rekenen
Nederland - 75,0 59,6 90,4 72,7 114,5 117,5
Turkije 1 60,7 48,6 82,0 65,3 101,2 113,0
2 64,9 51,4 81,5 63,7 103,9 115,0
3 65,5 53,2 * * * 108,4
Marokko 1 65,5 49,3 82,1 62,0 105,9 110,9
2 67,3 52,8 84,6 63,2 106,6 113,9
3 72,9 58,0 * 71,3 * *
Suriname 1 * * 88,3 64,9 104,7 110,4
2 69,2 53,6 88,2 64,6 107,6 113,4
3 69,9 55,1 87,5 61,3 111,7 112,9
Antillen 1 61,7 48,4 85,0 59,1 103,6 110,9
2 67,3 52,4 86,0 62,6 109,0 112,7
3 71,6 54,7 88,6 67,7 115,7 119,4
Overig niet-westers 1 65,6 55,2 85,2 64,8 106,3 117,4
2 68,3 54,2 87,4 66,8 109,8 116,5
3 73,9 58,7 90,7 72,4 114,8 117,4
Overig westers 1 67,3 53,9 83,7 66,1 110,3 115,4
2 70,5 55,9 88,4 69,6 113,8 116,5
3 73,8 58,5 90,3 72,4 114,9 117,0
* = Minder dan 10 leerlingen.
Uit het verloop van de scores op de taal- en rekentoetsen blijkt dat doorgaans met de generatie
ook de vaardigheidsscores stijgen. Dat geldt voor zowel taal als rekenen en voor elk van de drie
jaargroepen. In grote lijnen geldt dit ook voor alle onderscheiden etnische groepen. Dat neemt
niet weg dat er toch grote onderlinge verschillen zijn. De Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en
– in mindere mate – Antilliaanse groep blijven ook in de derde generatie nog steeds op achter-
stand staan ten opzichte van de autochtonen. In Grafiek 2 staan de scores qua voorbereidend taal
en rekenen voor de Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse nogmaals in grafiekvorm
weergegeven.
Grafiek 2 - Taal- en rekenvaardigheid groep 2 per generatie (gemiddelden)
Taal
55
60
65
70
75
80
1 2 3
Turkije Marokko Suriname Antillen
Rekenen
40
45
50
55
60
65
1 2 3
Turkije Marokko Suriname Antillen
- 7 -
4.3 Taal- en rekenvaardigheid en integratie
In Tabel 3 volgt een overzicht van de samenhang tussen de taal- en rekenvaardigheid van de
kinderen en de mate van integratie van hun ouders. In het bovenste deel van de tabel wordt
nagegaan wat de netto-invloed is van elk van de integratie-aspecten op de taal- en rekenvaardig-
heid. Met ‘netto’ wordt bedoeld dat steeds rekening wordt gehouden met de andere aspecten. De
getallen in de tabel geven het relatieve belang aan: hoe groter het getal, hoe belangrijker het
kenmerk. In het onderste deel van de tabel wordt een indicatie gegeven van welk deel van de
verschillen in taal- en rekenvaardigheid kunnen worden verklaard door de integratie-aspecten
samen. In principe gaat het om tussen de 0 en 100%.
Tabel 3 - Taal- en rekenvaardigheid en integratie-aspecten
Groep 2 Groep 5 Groep 8
Taal Rekenen Taal Rekenen Taal Rekenen
Opleiding 0,14 0,11 0,15 0,13 0,22 0,19
Betaald werk 0,06 0,06 0,02 0,04 -0,02 -0,01
Kindertal 0,01 0,03 0,04 0,00 0,02 -0,03
Spreektaal Nederlands 0,09 0,03 0,11 -0,03 0,11 -0,00
Beheersing Nederlands 0,12 0,05 0,13 0,06 0,04 -
Seculair 0,10 0,07 0,09 0,08 0,12 0,02
% verklaard van de verschillen 11,3% 4,7% 13,0% 4,4% 11,7% 3,2%
Het opleidingsniveau van de ouders is steeds de meest bepalend factor als het gaat om de ver-
klaring van verschillen in taal- en rekenvaardigheid. Vervolgens is ook de beheersing van de
Nederlandse taal en – zij het weer in mindere mate – spreektaal van de ouders van belang, met
name voor de taalvaardigheid. Het hebben van betaald werk, het kindertal en of de ouders secu-
lair zijn, hangen - nadat dus al rekening is gehouden met de andere integratiekenmerken - nau-
welijks of niet samen met de taal- en rekenvaardigheid. Vermeldenswaardig is verder dat de
verschillen in taalvaardigheid zich aanzienlijk beter laten verklaren door de integratiekenmerken
dan de verschillen in rekenvaardigheid. Het ligt voor de hand dat dit te maken heeft met het feit
dat taalvaardigheid veel meer beïnvloed wordt door de thuissituatie, terwijl rekenen typisch iets
is wat op school wordt geleerd.
- 8 -
5. Conclusies en perspectieven
De gegevens met betrekking tot integratie laten zien dat er in het algemeen sprake is van een
positieve ontwikkeling over generaties. Daarbij zijn er zowel tussen, als binnen de herkomst-
groepen flinke verschillen. Deze doen zich vooral voor tussen enerzijds de Turken en Marokka-
nen en anderzijds de overige groepen. Met uitzondering van de Turkse en Marokkaanse groep
zit de derde generatie ook steeds op een vergelijkbaar integratieniveau als de referentiegroep, de
autochtonen. Er is een positieve samenhang tussen tot welke generatie de leerlingen behoren en
hun taal- en rekenvaardigheid. Maar ook hier geldt dat er grote verschillen zijn tussen her-
komstgroepen, waarbij ook de Turkse en Marokkaans derde generatie nog steeds op achterstand
staat vergeleken met de autochtonen. Tussen de generatie waartoe leerlingen behoren en de
mate van integratie van hun ouders enerzijds en de taal- en rekenvaardigheid anderzijds bestaan
zwakke tot redelijke positieve samenhangen. Het integratiekenmerk dat het sterkste samenhangt
met de taal- en rekenvaardigheid is het opleidingsniveau van de ouders, gevolgd door de be-
heersing van de Nederlandse taal. Samenvattend lijkt er dus sprake van een positieve ontwikke-
ling qua integratie en prestaties, maar er zijn daarbij grote verschillen tussen de onderscheiden
herkomstgroepen, waarbij de Turken en Marokkanen in negatieve zin opvallen.
De gegevens maken duidelijk dat het waarschijnlijk niet erg realistisch is te verwachten dat de
achterstanden waarmee allochtonen te maken hebben op korte termijn zullen zijn weggewerkt.
Zoals eerder al benadrukt, zijn er echter grote verschillen tussen herkomstgroepen. Met name
voor Turken en Marokkanen zal het een kwestie worden van lange adem: hun problemen zullen
niet binnen enkele generaties zijn opgelost. Onduidelijk is ook wat de gevolgen zijn van een
aantal economische, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Het feit dat er een steeds
restrictiever immigratiebeleid wordt gevoerd, zou als een positieve ontwikkeling kunnen wor-
den gezien. Een groot probleem voor integratie is immers dat ten gevolge van grootschalige
huwelijksmigratie voornamelijk partners (doorgaans vrouwen) naar Nederland worden gehaald
die laaggeschoold zijn, het Nederlands nauwelijks beheersen en niet bekend zijn met de Neder-
landse cultuur. Dit betekent dus dat door deze continue aanwas de integratie voor deze partners
(en hun kinderen) steeds opnieuw moet beginnen. Niet helemaal duidelijk is ook wat de gevol-
gen zullen zijn van de huidige economische crisis voor integratie. Juist laaggeschoolde alloch-
tonen worden daardoor onevenredig hard getroffen. Het gevaar bestaat dat men zich – min-of-
meer noodgedwongen – meer terug gaat trekken binnen de eigen etnische groep. Dit zich terug-
trekken op de eigen groep wordt wellicht nog op een andere wijze versterkt. Ten gevolge van de
toenemend negatieve benadering van de islam in de politiek en publieke opinie dreigt het gevaar
van polarisatie van bevolkingsgroepen en frustratie onder moslims, i.c. Turken en Marokkanen.
Het is allesbehalve denkbeeldig dat dit, als tegenreactie, juist tot een heroriëntatie, verharding
van standpunten en zich nog meer terugtrekken op de eigen groep zal leiden.

More Related Content

Similar to Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf

Frederik Smit & Geert Driessen (2008) ITSInfo Een paar apart ouders en schol...
Frederik  Smit & Geert Driessen (2008) ITSInfo Een paar apart ouders en schol...Frederik  Smit & Geert Driessen (2008) ITSInfo Een paar apart ouders en schol...
Frederik Smit & Geert Driessen (2008) ITSInfo Een paar apart ouders en schol...Driessen Research
 
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdfGeert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdfDriessen Research
 
Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015
Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015
Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015Frederik Smit
 
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...Driessen Research
 
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdfGeert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdf
Geert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdfGeert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdf
Geert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...
Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...
Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) Vern Allochtone ouders willen meer same...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) Vern Allochtone ouders willen meer same...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) Vern Allochtone ouders willen meer same...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) Vern Allochtone ouders willen meer same...Driessen Research
 
Geert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdf
Geert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdfGeert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdf
Geert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?Driessen Research
 
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2003) Sociale integratie in het primai...
 Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2003) Sociale integratie in het primai... Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2003) Sociale integratie in het primai...
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2003) Sociale integratie in het primai...Driessen Research
 
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...Driessen Research
 
Geert Driessen (2016) OOP Evidence-based VVE.pdf
Geert Driessen (2016) OOP Evidence-based VVE.pdfGeert Driessen (2016) OOP Evidence-based VVE.pdf
Geert Driessen (2016) OOP Evidence-based VVE.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...Driessen Research
 
Michael Merry, Geert Driessen & Imane Oulali (2012) Pedagogiek Doet onderwijs...
Michael Merry, Geert Driessen & Imane Oulali (2012) Pedagogiek Doet onderwijs...Michael Merry, Geert Driessen & Imane Oulali (2012) Pedagogiek Doet onderwijs...
Michael Merry, Geert Driessen & Imane Oulali (2012) Pedagogiek Doet onderwijs...Driessen Research
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Driessen Research
 
Geert Driessen (2005) Pedagogiek De totstandkoming van de adviezen voortgezet...
Geert Driessen (2005) Pedagogiek De totstandkoming van de adviezen voortgezet...Geert Driessen (2005) Pedagogiek De totstandkoming van de adviezen voortgezet...
Geert Driessen (2005) Pedagogiek De totstandkoming van de adviezen voortgezet...Driessen Research
 
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...Driessen Research
 
Geert Driessen (2002) Pedagogiek Maatschappelijke participatie van ouders en ...
Geert Driessen (2002) Pedagogiek Maatschappelijke participatie van ouders en ...Geert Driessen (2002) Pedagogiek Maatschappelijke participatie van ouders en ...
Geert Driessen (2002) Pedagogiek Maatschappelijke participatie van ouders en ...Driessen Research
 

Similar to Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf (20)

Frederik Smit & Geert Driessen (2008) ITSInfo Een paar apart ouders en schol...
Frederik  Smit & Geert Driessen (2008) ITSInfo Een paar apart ouders en schol...Frederik  Smit & Geert Driessen (2008) ITSInfo Een paar apart ouders en schol...
Frederik Smit & Geert Driessen (2008) ITSInfo Een paar apart ouders en schol...
 
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdfGeert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
 
Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015
Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015
Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015
 
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
 
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
 
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdfGeert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
 
Geert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdf
Geert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdfGeert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdf
Geert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdf
 
Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...
Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...
Geert Driessen (2014) TVO Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleve...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) Vern Allochtone ouders willen meer same...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) Vern Allochtone ouders willen meer same...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) Vern Allochtone ouders willen meer same...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) Vern Allochtone ouders willen meer same...
 
Geert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdf
Geert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdfGeert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdf
Geert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdf
 
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?
 
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2003) Sociale integratie in het primai...
 Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2003) Sociale integratie in het primai... Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2003) Sociale integratie in het primai...
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2003) Sociale integratie in het primai...
 
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...
 
Geert Driessen (2016) OOP Evidence-based VVE.pdf
Geert Driessen (2016) OOP Evidence-based VVE.pdfGeert Driessen (2016) OOP Evidence-based VVE.pdf
Geert Driessen (2016) OOP Evidence-based VVE.pdf
 
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
 
Michael Merry, Geert Driessen & Imane Oulali (2012) Pedagogiek Doet onderwijs...
Michael Merry, Geert Driessen & Imane Oulali (2012) Pedagogiek Doet onderwijs...Michael Merry, Geert Driessen & Imane Oulali (2012) Pedagogiek Doet onderwijs...
Michael Merry, Geert Driessen & Imane Oulali (2012) Pedagogiek Doet onderwijs...
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
 
Geert Driessen (2005) Pedagogiek De totstandkoming van de adviezen voortgezet...
Geert Driessen (2005) Pedagogiek De totstandkoming van de adviezen voortgezet...Geert Driessen (2005) Pedagogiek De totstandkoming van de adviezen voortgezet...
Geert Driessen (2005) Pedagogiek De totstandkoming van de adviezen voortgezet...
 
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
 
Geert Driessen (2002) Pedagogiek Maatschappelijke participatie van ouders en ...
Geert Driessen (2002) Pedagogiek Maatschappelijke participatie van ouders en ...Geert Driessen (2002) Pedagogiek Maatschappelijke participatie van ouders en ...
Geert Driessen (2002) Pedagogiek Maatschappelijke participatie van ouders en ...
 

More from Driessen Research

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Driessen Research
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Driessen Research
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Driessen Research
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Driessen Research
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Driessen Research
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Driessen Research
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Driessen Research
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptDriessen Research
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Driessen Research
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Driessen Research
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfDriessen Research
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxDriessen Research
 

More from Driessen Research (20)

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
 

Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf

  • 1. - 1 - Integratie, generatie en onderwijsprestaties Geert Driessen, ITS – Radboud Universiteit Nijmegen 1. Achtergronden Het Nederlandse beleid ten aanzien van immigranten heeft de laatste decennia een forse omme- zwaai gemaakt, van integratie met behoud van de eigen etnisch-culturele identiteit naar actieve participatie en assimilatie. De publieke opinie is altijd een stapje verder gegaan dan het beleid, daarin sterk gevoed door critici als Bolkestein, Fortuyn en Wilders, die het taboe op de ideale multiculturele samenleving verder doorbraken. Over integratie wordt recentelijk steeds vaker in termen van tegenstellingen gesproken. Bovendien heeft het een sterk verplichtend karakter gekregen: ‘zij’ moeten precies hetzelfde zijn als ‘wij’. Onder invloed van gebeurtenissen als ‘9/11’ en de moord op Theo van Gogh wordt integratie in toenemende mate gekoppeld aan religiositeit, lees: de islam. Wat nu precies onder ‘integratie’ moet worden verstaan, is niet helemaal duidelijk. Een aantal aspecten worden in dit verband echter vaak genoemd: opleiding, betaald werk, beheersing en gebruik van de Nederlandse taal, participatie in Nederlandse instituties, waarden en normen, gezinsgrootte, opvoedingsgedrag en religiositeit. Voor de Nederlandse overheid staat het hebben van betaald werk en economische zelfstandigheid (en daarmee het niet afhankelijk zijn van sociale voorzieningen) voorop. Integratie wordt doorgaans aan tijd gekoppeld. De verwachting is dat naargelang de tijd vordert en immigranten langer hier verblijven, zij zich steeds meer zullen aanpassen en uiteindelijk niet meer van autochtone Nederlanders te onderscheiden zijn. Over het tempo waarin dit proces plaatsvindt, dan wel zou behoren plaats te vinden, lopen de opvattingen flink uiteen. Sommigen geven de immigranten hiervoor hooguit één generatie, anderen twee à drie. De ruimte die men immigranten in dit opzicht gunt, is sterk afhankelijk van of men zich ter rechter dan wel linker zijde van het politieke spectrum bevindt. Van integratie wordt niet alleen verwacht dat het goed is voor de immigrant zelf, maar ook voor diens kinderen. Kenmerken van het gezin waarin men opgroeit zijn immers in belangrijke mate bepalend voor het uiteindelijke behaalde maatschappelijke succes. Op school worden kinderen onderwezen in de dominante cultuur van de Nederlandse samenleving. Als ouders participeren in deze cultuur, dan komt de thuiscultuur meer overeen met de schoolcultuur. Dit zou er toe leiden dat kinderen van goed-geïntegreerde immigranten beter presteren dan kinderen van niet- of slecht-geïntegreerde immigranten. Anders geformuleerd: naarmate allochtone ouders beter zijn geïntegreerd in de Nederlandse samenleving, zijn de voorwaarden tot integratie van hun kinderen ook gunstiger en daarmee tevens hun onderwijs- en maatschappelijke kansen. Om die reden wordt in het integratiebeleid de verantwoordelijkheid van allochtone ouders om hun kin- deren in hun schoolloopbaan te ondersteunen en stimuleren sterk benadrukt.
  • 2. - 2 - 2. Vragen In dit artikel worden de resultaten gepresenteerd van een grootschalig onderzoek naar de relatie tussen een reeks integratiekenmerken van ouders, de generatie waartoe het allochtone kind behoort en de taal- en rekenvaardigheid van het kind. Eerder zijn al enkele integratiekenmerken genoemd. Een goede opleiding is niet alleen een vereiste om überhaupt in de Nederlandse sa- menleving te kunnen functioneren, maar ook voor het vinden van een baan. Betaald werk is ook een voorwaarde voor de door de overheid nagestreefde economische zelfstandigheid. Vanuit een emancipatieperspectief is betaald werk een weg naar zelfbeschikking en zelfverwezenlijking. Het hebben van werk verruimt ook de mogelijkheden tot het aangaan van contacten en het opbouwen van netwerken. Hierdoor nemen niet alleen de maatschappelijke kansen van ouders toe, maar ook hun mogelijkheden om hun kinderen bij de schoolloopbaan te ondersteunen. Doordat op het werk (doorgaans) in het Nederlands wordt gecommuniceerd, zal de beheersing van het Nederlands door de allochtone ouders toenemen, wat zijn neerslag heeft op de commu- nicatie tussen ouders en kinderen en uiteindelijk het taalniveau van die kinderen. Samenhangend met het niveau Nederlands van de ouders is de taalkeuze die zij maken: blijven ze gericht op de taal van hun herkomstland of kiezen ze voor het Nederlands in hun communicatie met hun kinderen? In westerse samenlevingen is het aantal kinderen dat binnen een gezin geboren wordt flink afgenomen. Aan de (bewuste) beslissing om slechts een beperkt aantal kinderen te nemen, liggen veelal emancipatorische en economische motieven ten grondslag. In kleinere gezinnen hoeven de beschikbare financiën door minder kinderen gedeeld te worden en is er ook meer ruimte voor individuele ondersteuning. Een beperkt kindertal kan worden opgevat als een ken- merk van een moderne samenleving. Dat geldt evenzeer voor kerkelijkheid. Het proces van modernisering kenmerkt zich door sociaal-economische en sociaal-culturele veranderingen, waardoor de invloed van het geloof vermindert. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is er in de westerse wereld in het algemeen en in Nederland in het bijzonder sprake van een gestage secularisering onder de autochtone bevolking. De vraag is of er een relatie is met de onderwijs- prestaties van de kinderen. Behalve de mate van integratie, speelt als het gaat om de school- loopbaan van allochtone leerlingen ook de generatie waartoe ze behoren een rol. Op basis van het bovenstaande wordt in deze bijdrage naar een antwoord gezocht op de volgen- de vragen: 1. Is er wat een aantal integratiekenmerken betreft sprake van een ontwikkeling over genera- ties? Zijn er daarbij verschillen tussen herkomstlanden? 2. In hoeverre is er wat de taal- en rekenvaardigheid betreft sprake van een positieve ontwikke- ling over generaties? Zijn er daarbij verschillen tussen herkomstlanden? 3. Welke de integratiekenmerken is het meest bepalend voor het niveau van de taal- en reken- vaardigheden?
  • 3. - 3 - 3. De gebruikte gegevens De gegevens zijn afkomstig van de eerste meting van cohortonderzoek COOL5-18 uit 2008. In totaal gaat het om informatie van 25.477 kinderen en hun ouders; 9.331 van die kinderen zitten in groep 2, 8.426 in groep 5 en 7.720 in groep 8. Het betreft drie soorten gegevens: (1) De etnische herkomst en generatie van de kinderen. Autochtoon (c.q. Nederland) en allochtoon, onderscheiden naar Turkije, Marokko, Suriname, de Nederlandse Antillen, overige niet-westerse landen, en overige westerse landen. Binnen de allochtonen is een nader onderscheid gemaakt naar eerste, tweede en derde generatie. (2) Integratiekenmerken van de ouders. Het betreft de gegevens van de moeder, en als die er niet is die van de vader. Voor elk van de integratiekenmerken is een bepaalde norm aangehouden waaraan de betreffende immigrant voldoet of niet voldoet. Die norm is afgeleid van de modale score van wat als de referentiegroep wordt beschouwd, de autochtone Nederlanders.  Opleiding: minimaal een startkwalificatie (c.q. een havo-, vwo- of mbo2-diploma).  Betaald werk: voor minimaal 12 uur per week (de ondergrens voor de bepaling van werk- loosheid).  Kindertal: maximaal modaal (2 kinderen).  Spreektaal met kind: Nederlands, dialect of streektaal (versus een buitenlandse taal).  Beheersing Nederlands: goed of zeer goed (versus niet, zeer slecht, slecht of redelijk).  Seculair: geen lid/aanhanger kerk of geloof. Behalve deze zes afzonderlijke aspecten is er nog een samengesteld kenmerk. Daarvoor is het aantal keren dat een immigrant voldoet aan ‘de norm’ gesommeerd. Deze score varieert dus van 0 (op geen van de aspecten) tot 6 (op alle aspecten). (3) De (voorbereidende) taal- en rekenvaardigheid van de kinderen Toetsen uit het Cito-leerlingvolgsysteem.
  • 4. - 4 - 4. Resultaten 4.1 Integratie en generatie Tabel 1 laat de samenhang zien tussen de mate van integratie van de ouders en de etnische herkomst en generatie van hun kinderen. De tabel geeft een overzicht van de percentages alloch- tone ouders die voldoen aan de per integratie-aspect gestelde norm. In de laatste kolom van de tabel wordt bovendien de score op het samengestelde kenmerk gepresenteerd. Als referentiepunt gelden de percentages van de autochtonen. Tabel 1 – De mate van integratie per generatie (percentages, gemiddelden) Etnische herkomst Generatie Integratie-aspecten Opleiding Betaald werk Kinder- tal Spreektaal Nederlands Beheersing Nederlands Seculair Integratie totaal Nederland - 70 68 68 100 97 41 4,4 Turkije 1 20 33 59 21 23 2 1,5 2 23 38 60 40 40 2 2,0 3 54 58 83 82 92 17 3,7 Marokko 1 17 17 44 45 27 0 1,4 2 24 34 38 67 47 2 2,0 3 44 50 74 100 94 48 4,0 Suriname 1 42 74 73 100 98 0 3,8 2 50 72 69 99 94 15 3,9 3 58 67 78 100 95 47 4,4 Antillen 1 41 62 55 68 65 7 2,8 2 48 64 69 92 85 23 3,7 3 58 60 75 100 100 69 4,5 Overig niet- westers 1 44 29 55 33 26 7 1,9 2 49 46 62 57 41 15 2,6 3 73 74 74 99 97 48 4,6 Overig westers 1 63 48 67 37 50 18 2,7 2 68 61 75 76 72 30 3,7 3 72 71 70 99 97 50 4,5 Rond de 70 procent van de autochtonen, de referentiegroep, heeft een startkwalificatie en be- taald werk voor minimaal 12 uur per week. Eveneens zo’n 70 procent heeft maximaal 2 kinde- ren. Ze spreken allemaal Nederlands, een streektaal of dialect en zijn bijna allemaal van oordeel dat ze het Nederlands goed of zeer goed beheersen. Ruim 40 procent rekent zichzelf niet tot een geloof of kerk. Gemiddeld genomen voldoet de gemiddelde autochtoon aan 4,4 van de 6 inte- gratie-indicatoren. Voor de allochtonen geldt dat er vrijwel steeds sprake is van een ontwikkeling, waarbij naarma- te de kinderen van een latere generatie zijn hun ouders hoger scoren op de integratie-aspecten. Daarbij lijkt er ten aanzien van de Turken en Marokkanen sprake van een ‘breuk’ tussen ener-
  • 5. - 5 - zijds de eerste en tweede generatie en anderzijds de derde generatie. Uit de totaalscores blijkt dat met uitzondering van de Turkse en Marokkaanse groep de derde generatie steeds ten minste op hetzelfde integratieniveau zit als de autochtonen (scores van 4,4 tot 4,6). De derde generatie Marokkanen zit daar dan nog wat onder en de Turken zitten er nog iets meer onder (scores 4,0, resp. 3,7). In Figuur 1 zijn de gegevens met betrekking tot opleiding, betaald werk en beheer- sing Nederlands voor de Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse groep nog in gra- fiekvorm afgebeeld. Grafiek 1 – De mate van integratie per generatie (percentages) 4.2 Taal- en rekenvaardigheid en generatie De samenhang tussen de taal- en rekenvaardigheid van de kinderen en de generatie waartoe ze behoren wordt in Tabel 2 gepresenteerd. Dat gebeurt per jaargroep apart. Opleiding 10 20 30 40 50 60 70 1 2 3 Turkije Marokko Suriname Antillen Betaald werk 10 20 30 40 50 60 70 80 1 2 3 Turkije Marokko Suriname Antillen Beheersing Nederlands 20 30 40 50 60 70 80 90 100 1 2 3 Turkije Marokko Suriname Antillen
  • 6. - 6 - Tabel 2 - Taal- en rekenvaardigheid per generatie (gemiddelden) Groep 2 Groep 5 Groep 8 Etnische herkomst Generatie Taal Rekenen Taal Rekenen Taal Rekenen Nederland - 75,0 59,6 90,4 72,7 114,5 117,5 Turkije 1 60,7 48,6 82,0 65,3 101,2 113,0 2 64,9 51,4 81,5 63,7 103,9 115,0 3 65,5 53,2 * * * 108,4 Marokko 1 65,5 49,3 82,1 62,0 105,9 110,9 2 67,3 52,8 84,6 63,2 106,6 113,9 3 72,9 58,0 * 71,3 * * Suriname 1 * * 88,3 64,9 104,7 110,4 2 69,2 53,6 88,2 64,6 107,6 113,4 3 69,9 55,1 87,5 61,3 111,7 112,9 Antillen 1 61,7 48,4 85,0 59,1 103,6 110,9 2 67,3 52,4 86,0 62,6 109,0 112,7 3 71,6 54,7 88,6 67,7 115,7 119,4 Overig niet-westers 1 65,6 55,2 85,2 64,8 106,3 117,4 2 68,3 54,2 87,4 66,8 109,8 116,5 3 73,9 58,7 90,7 72,4 114,8 117,4 Overig westers 1 67,3 53,9 83,7 66,1 110,3 115,4 2 70,5 55,9 88,4 69,6 113,8 116,5 3 73,8 58,5 90,3 72,4 114,9 117,0 * = Minder dan 10 leerlingen. Uit het verloop van de scores op de taal- en rekentoetsen blijkt dat doorgaans met de generatie ook de vaardigheidsscores stijgen. Dat geldt voor zowel taal als rekenen en voor elk van de drie jaargroepen. In grote lijnen geldt dit ook voor alle onderscheiden etnische groepen. Dat neemt niet weg dat er toch grote onderlinge verschillen zijn. De Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en – in mindere mate – Antilliaanse groep blijven ook in de derde generatie nog steeds op achter- stand staan ten opzichte van de autochtonen. In Grafiek 2 staan de scores qua voorbereidend taal en rekenen voor de Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse nogmaals in grafiekvorm weergegeven. Grafiek 2 - Taal- en rekenvaardigheid groep 2 per generatie (gemiddelden) Taal 55 60 65 70 75 80 1 2 3 Turkije Marokko Suriname Antillen Rekenen 40 45 50 55 60 65 1 2 3 Turkije Marokko Suriname Antillen
  • 7. - 7 - 4.3 Taal- en rekenvaardigheid en integratie In Tabel 3 volgt een overzicht van de samenhang tussen de taal- en rekenvaardigheid van de kinderen en de mate van integratie van hun ouders. In het bovenste deel van de tabel wordt nagegaan wat de netto-invloed is van elk van de integratie-aspecten op de taal- en rekenvaardig- heid. Met ‘netto’ wordt bedoeld dat steeds rekening wordt gehouden met de andere aspecten. De getallen in de tabel geven het relatieve belang aan: hoe groter het getal, hoe belangrijker het kenmerk. In het onderste deel van de tabel wordt een indicatie gegeven van welk deel van de verschillen in taal- en rekenvaardigheid kunnen worden verklaard door de integratie-aspecten samen. In principe gaat het om tussen de 0 en 100%. Tabel 3 - Taal- en rekenvaardigheid en integratie-aspecten Groep 2 Groep 5 Groep 8 Taal Rekenen Taal Rekenen Taal Rekenen Opleiding 0,14 0,11 0,15 0,13 0,22 0,19 Betaald werk 0,06 0,06 0,02 0,04 -0,02 -0,01 Kindertal 0,01 0,03 0,04 0,00 0,02 -0,03 Spreektaal Nederlands 0,09 0,03 0,11 -0,03 0,11 -0,00 Beheersing Nederlands 0,12 0,05 0,13 0,06 0,04 - Seculair 0,10 0,07 0,09 0,08 0,12 0,02 % verklaard van de verschillen 11,3% 4,7% 13,0% 4,4% 11,7% 3,2% Het opleidingsniveau van de ouders is steeds de meest bepalend factor als het gaat om de ver- klaring van verschillen in taal- en rekenvaardigheid. Vervolgens is ook de beheersing van de Nederlandse taal en – zij het weer in mindere mate – spreektaal van de ouders van belang, met name voor de taalvaardigheid. Het hebben van betaald werk, het kindertal en of de ouders secu- lair zijn, hangen - nadat dus al rekening is gehouden met de andere integratiekenmerken - nau- welijks of niet samen met de taal- en rekenvaardigheid. Vermeldenswaardig is verder dat de verschillen in taalvaardigheid zich aanzienlijk beter laten verklaren door de integratiekenmerken dan de verschillen in rekenvaardigheid. Het ligt voor de hand dat dit te maken heeft met het feit dat taalvaardigheid veel meer beïnvloed wordt door de thuissituatie, terwijl rekenen typisch iets is wat op school wordt geleerd.
  • 8. - 8 - 5. Conclusies en perspectieven De gegevens met betrekking tot integratie laten zien dat er in het algemeen sprake is van een positieve ontwikkeling over generaties. Daarbij zijn er zowel tussen, als binnen de herkomst- groepen flinke verschillen. Deze doen zich vooral voor tussen enerzijds de Turken en Marokka- nen en anderzijds de overige groepen. Met uitzondering van de Turkse en Marokkaanse groep zit de derde generatie ook steeds op een vergelijkbaar integratieniveau als de referentiegroep, de autochtonen. Er is een positieve samenhang tussen tot welke generatie de leerlingen behoren en hun taal- en rekenvaardigheid. Maar ook hier geldt dat er grote verschillen zijn tussen her- komstgroepen, waarbij ook de Turkse en Marokkaans derde generatie nog steeds op achterstand staat vergeleken met de autochtonen. Tussen de generatie waartoe leerlingen behoren en de mate van integratie van hun ouders enerzijds en de taal- en rekenvaardigheid anderzijds bestaan zwakke tot redelijke positieve samenhangen. Het integratiekenmerk dat het sterkste samenhangt met de taal- en rekenvaardigheid is het opleidingsniveau van de ouders, gevolgd door de be- heersing van de Nederlandse taal. Samenvattend lijkt er dus sprake van een positieve ontwikke- ling qua integratie en prestaties, maar er zijn daarbij grote verschillen tussen de onderscheiden herkomstgroepen, waarbij de Turken en Marokkanen in negatieve zin opvallen. De gegevens maken duidelijk dat het waarschijnlijk niet erg realistisch is te verwachten dat de achterstanden waarmee allochtonen te maken hebben op korte termijn zullen zijn weggewerkt. Zoals eerder al benadrukt, zijn er echter grote verschillen tussen herkomstgroepen. Met name voor Turken en Marokkanen zal het een kwestie worden van lange adem: hun problemen zullen niet binnen enkele generaties zijn opgelost. Onduidelijk is ook wat de gevolgen zijn van een aantal economische, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Het feit dat er een steeds restrictiever immigratiebeleid wordt gevoerd, zou als een positieve ontwikkeling kunnen wor- den gezien. Een groot probleem voor integratie is immers dat ten gevolge van grootschalige huwelijksmigratie voornamelijk partners (doorgaans vrouwen) naar Nederland worden gehaald die laaggeschoold zijn, het Nederlands nauwelijks beheersen en niet bekend zijn met de Neder- landse cultuur. Dit betekent dus dat door deze continue aanwas de integratie voor deze partners (en hun kinderen) steeds opnieuw moet beginnen. Niet helemaal duidelijk is ook wat de gevol- gen zullen zijn van de huidige economische crisis voor integratie. Juist laaggeschoolde alloch- tonen worden daardoor onevenredig hard getroffen. Het gevaar bestaat dat men zich – min-of- meer noodgedwongen – meer terug gaat trekken binnen de eigen etnische groep. Dit zich terug- trekken op de eigen groep wordt wellicht nog op een andere wijze versterkt. Ten gevolge van de toenemend negatieve benadering van de islam in de politiek en publieke opinie dreigt het gevaar van polarisatie van bevolkingsgroepen en frustratie onder moslims, i.c. Turken en Marokkanen. Het is allesbehalve denkbeeldig dat dit, als tegenreactie, juist tot een heroriëntatie, verharding van standpunten en zich nog meer terugtrekken op de eigen groep zal leiden.