10. I. Auteursrechten
II. Tekeningen en modellen
III. Merken
10
11. I. AUTEURSRECHTEN
1. wettelijk kader
2. beschermde werken
3. de auteur
4. beschermingsduur
5. rechten van de auteur
6. auteurscontracten
7. beheer van rechten
8. handhaving
11
12. I. AUTEURSRECHTEN
1. wettelijk kader
a. op Belgisch niveau
• Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en naburige
rechten (hierna “AW”)
...
b. op Europees niveau
c. op Internationaal niveau
13. I. AUTEURSRECHTEN
2. Beschermde werken
• Werk van letterkunde en kunst
Muzikale werken (compositie, ...), literaire werken
(boek, speech, personage, scenario, ...),
beeldende kunstwerken (schilderij, architecturaal
werk, fotografisch werk, ...), audiovisuele werken (film, ...),
computerprogramma’s, databanken,
• Voorwaarden:
ü Vormgeving
ü Oorspronkelijkheid
13
14. I. AUTEURSRECHTEN
2. Beschermde werken – vormgeving
• werk moet in een welbepaalde vorm zijn gegoten, doch
vastlegging is niet vereist (artikel 8 §1 AW)
• ideeën, principes, theorieën, systemen en methodes worden niet
beschermd, want behoren tot het openbaar domein
14
15. I. AUTEURSRECHTEN
2. Beschermde werken – oorspronkelijkheid
• subjectief element
• geen wettelijke definitie, behalve aanwijzing in artikel 2 §5 AW
Ø « ….foto’s die oorspronkelijk zijn, in de zin dat zij een eigen
intellectuele schepping van de auteur zijn»
• definiëring door rechtspraak en rechtsleer
Ø eigen intellectuele schepping van de auteur: creatie van de
menselijke geest
Ø persoonlijke stempel van de auteur: eigen inbreng auteur moet
terug te vinden zijn in het werk
15
17. I. AUTEURSRECHTEN
3. De auteur
• Basisprincipe:
auteur = natuurlijke persoon die auteursrechtelijke
creatie daadwerkelijk tot stand brengt of bracht
=> dus: geen rechtspersonen!
Rechtspersonen kunnen de rechten wel verkrijgen via
overdracht of licentie
17
18. I. AUTEURSRECHTEN
3. De auteur
• vermoeden van houderschap (artikel 6, lid 2 AW):
“eenieder wordt als auteur aangemerkt wiens naam of
letterwoord waarmee hij te identificeren is als dusdanig op het
werk, een reproductie van het werk, of bij een mededeling aan
het publiek ervan wordt vermeld.”
18
19. I. AUTEURSRECHTEN
3. De auteur
• werken in samenwerkingsverband (co-auteurschap)
• werken op bestelling/in opdracht/ikv WN-WG relatie
• audiovisuele werken (hoofdregisseur + personen die tot het
werk hebben bijgedragen: scenarioschrijver, de bewerker,
tekstschrijver, grafisch ontwerper, auteur van muziekwerken
• anonieme/pseudonieme/postume werken
19
20. Co-auteurschap
Samenwerking
bij de creatie
Deelbare of
Ondeelbare werken
splitsbare werken
Samenwerkingsok Samenwerkingsok
Afzonderlijke exploitatie Veto
20
21. I. AUTEURSRECHTEN
3. De auteur
• “afgeleide” rechthebbende:
Ø Erfgenamen
Ø Beheersvennootschap
Ø andere rechtverkrijgenden
21
22. I. AUTEURSRECHTEN
4. De beschermingsduur
• bescherming ontstaat van rechtswege
• bescherming tot 70 jaar na overlijden van de auteur
↓
nadien publiek domein
Ø bijzondere regels voor:
ü anonieme/pseudonieme werken (op geoorloofde wijze toegankelijk voor publiek,
art. 2§3 AW)
ü audiovisuele werken (langstlevende, art. 2 §2 AW)
ü werken in samenwerkingsverband (langstlevende, art. 2 §2 AW)
22
23. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur
• morele rechten
• vermogensrechten
23
24. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – morele
rechten
• artikel 1 §2 AW
• bestaansreden (verbonden aan de persoon van de
auteur om de persoonlijke band die de auteur met zijn
werk heeft te waarborgen)
• soorten:
Ø Recht op bekendmaking/divulgatie
Ø Recht op vaderschap/naamvermelding
Ø Recht op eerbied/integriteit
• bijzondere regels voor audiovisuele werken (artikel 15 en 24
16 AW)
25. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – morele
rechten
• kenmerken:
Ø In principe onvervreemdbaar
Ø globale afstand voor toekomstige uitoefening is
nietig:
§ wel beperkte afstand
§ wel mogelijkheid tot globale afstand a
posteriori
25
26. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – morele rechten
• recht op bekendmaking
- recht om werk bekend te maken of niet (quid contractuele
aansprakelijkheid)
- niet-bekendgemaakte werken mogen niet in beslag worden
genomen
26
27. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – morele
rechten
• bijzondere regels voor audiovisuele werken:
Øauteur die weigert/niet bij machte om zijn bijdrage af te werken : geen verzet
tegen gebruik van bijdrage met oog op voltooiing werk (art. 15 AW)
Ø morele rechten laten gelden na voltooiing werk (art.16 AW)
27
28. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – morele rechten
• recht op vaderschap
- recht om vaderschap op te eisen of te weigeren
- +/-: recht op anonimiteit/pseudoniem
- ghost-writing
- conflict met materieel eigendomsrecht
28
29. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – morele rechten
• recht op eerbied
- verzet tegen elke wijziging van werk
- afstand mogelijk, doch steeds harde kern (ongeacht afstand,
auteur zal zich steeds kunnen verzetten tegen elke
misvorming/ verminking/andere wijziging/andere aantasting die
zijn eer/reputatie kunnen schaden;artikel 1 §2, laatste lid AW)
- mogelijk conflict met materieel eigendomsrecht:
• verzet tegen wijziging mogelijk, behalve
– indien technische behoefte of behoefte vanuit
gebruiks- of levensomstandigheden
• verzet tegen vernietiging (AR vs rechtsmisbruik)
29
30. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – vermogensrechten
• artikel 1 §1 AW
• kenmerken:
– exclusieve aard
+ uitzonderingen
– vervreemdbaar (geheel of gedeeltelijk) via overdracht of
licentie + overdracht via erfopvolging
• traditioneel 2 soorten (reproductie + mededeling aan het publiek)
30
31. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – vermogensrechten
• systematiek van vermogensrechten:
• exclusieve rechten
• vergoedingsrechten
– geen toestemming van auteur vereist
– recht op vergoeding
• zuivere uitzonderingen
– exhaustieve lijst
– restrictieve interpretatie (“gesloten” systeem van
uitzonderingen)
31
32. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – vermogensrechten
• reproductierecht
Ø in de enge zin van het woord:
– tastbare reprodukties
– direct of indirect, tijdelijk of duurzaam, geheel of gedeeltelijk
• verveelvoudigen of laten verveelvoudigen
Ø in de brede zin van het woord:
– adaptatie en vertaling
– bestemming
– distributie
– verhuur en uitlening
32
33. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – vermogensrechten
• recht op mededeling aan het publiek
• traditioneel:
– in het openbaar aan het publiek een werk kenbaar maken,
het laten zien, het laten horen
– efemere vorm
– niet tastbaar, niet duurzaam karakter
• maar ook:
– Kabeldoorgifte
– uitzending via satelliet
– on-demand
33
34. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – vermogensrechten
– uitzonderingen
– uitzonderingen op de vermogensrechten
– AW: gesloten systeem van uitzonderingen
– restrictieve interpretatie
– dwingend recht:
• men kan de uitzonderingen niet wegcontracteren
• tenzij contracten in online-omgeving (sinds 2005)
– werk moet op geoorloofde wijze bekend zijn gemaakt
34
35. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – vermogensrechten
– uitzonderingen
• vergoedingsrechten (uitzondering + compensatie)
a. privé-kopie (geluids- en audiovisuele werken)
b. reprografie
c. onderwijs/wetenschappelijk onderzoek
d. openbare uitlening
e. bloemlezing van overleden auteur
35
36. I. AUTEURSRECHTEN
5. De rechten van een auteur – vermogensrechten -
uitzonderingen
• zuivere uitzonderingen:
a. citaat
b. actuele verslaggeving
c. parodie
d. …
36
37. I. AUTEURSRECHTEN
6. Auteurscontracten
– Vermogensrechten: overdraagbaar
• roerende rechten
• vatbaar voor gehele of gedeeltelijke overdracht
– volledige overdracht of slechts voor 1 bepaalde
exploitatiewijze
– Morele rechten: in principe onoverdraagbaar
• een welomschreven toestemming voor een afstand van een
bepaalde (actuele) uitoefening van één van de morele
rechten wel mogelijk
• globale afstand nietig
37
38. I. AUTEURSRECHTEN
6. Auteurscontracten
– Overdracht: algemene term
• gewone/niet-exclusieve of exclusieve licentie ~ huur
• vervreemding of afstand ~ koop, buy-out
38
39. I. AUTEURSRECHTEN
6. Auteurscontracten
– Overdracht materiële drager (corpus mechanicum) => geen
recht om werk te exploiteren + recht op toegang
• ‘De overdracht van het voorwerp dat een werk omvat, leidt
niet tot het recht om het werk te exploiteren
Met het oog op de uitoefening van zijn vermogensrechten
moet de auteur op een redelijke manier toegang tot zijn
werk behouden’
– Bv. aankoop schilderij
• geen overdracht intellectuele rechten
• wel tentoonstellingsrecht
39
40. I. AUTEURSRECHTEN
6. Auteurscontracten
• Algemene regels
• vereiste van schriftelijk bewijs ten aanzien van de auteur
• restrictieve interpretatie: bij twijfel interpretatie in voordeel
van auteur
• expliciete vermeldingen:
– per exploitatiewijze
van:
» duur
» geografische reikwijdte
» vergoeding
40
42. I. AUTEURSRECHTEN
6. Auteurscontracten
• specifieke regels
• verstrenging (deze regels komen er bij)
– uitgavecontract
– opvoeringscontract
– audiovisueel adaptatiecontract
• versoepeling (deze regels krijgen voorrang indien conflict)
– werken in uitvoering van arbeidsovereenkomst / statuut
– werken in uitvoering van bestelling
– audiovisueel productiecontract
42
43. I. AUTEURSRECHTEN
7. Beheer van auteursrechten
• eigen beheer
• via beheersvennootschappen :
• ratio:
– de massa exploitatie van auteursrechtelijk beschermde
werken kan door hen worden gecontroleerd, hetgeen
voor de auteurs zelf onmogelijk is
– het bekomen van een licentie door gebruikers van
auteursrechtelijk beschermde werken wordt
gecentraliseerd
• taak: innen van de bij wet erkende rechten en verdelen onder
rechthebbenden
43
44. I. AUTEURSRECHTEN
7. Beheer van auteursrechten – beheersvenn
• werking: doorgaans vrijwillige aansluiting
• uitzondering:
- kabeldistributie
- vergoedingsrechten (soms zelfs door slechts 1
representatieve beheersvenootschap)
• toezicht door:
– vennoten
– commissaris-revisor
– ministeriële vertegenwoordiger
– minister van Economische Zaken 44
46. I. AUTEURSRECHTEN
8. Handhaving
• Wat te doen bij vaststelling inbreuk op het auteursrecht?
– Ingebrekestelling, compromis, bemiddelingsprocedure
– Strafrechtelijke procedure: bedrieglijk opzet of kwaadwillig
oogmerk bewijzen
– Burgerlijke procedure:
• kort geding: spoedeisend karakter
• stakingsvordering: procedure zoals in kort geding maar
uitspraak ten gronde over inbreuk auteursrecht en bevel tot
staken van vordering (evt met dwangsom)
• procedure ten gronde: schadevergoeding
46
47. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
1. wettelijk kader
2. algemeen
3. beschermingsvoorwaarden
4. beschermingsomvang
5. titulariteit
6. overdracht en licentie
43
48. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
1. wettelijk kader
a. op Benelux niveau
• Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom van
25 februari 2005 (hierna “BVIE”)
• Wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van
namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten
49. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
1. wettelijk kader
b. op Europees niveau
• Verordening (EG) Nr 6/2002 van de Raad van 12
december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen
• Richtlijn 98/71/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 13 oktober 1998 inzake de rechtsbescherming van
modellen
50. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
1. wettelijk kader
c. op Internationaal niveau
• de Overeenkomst van ‘s Gravenhage betreffende het
internationale depot van tekeningen of modellen van
nijverheid van 28 november 1960
51. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
2. algemeen
a. definitie
Ø tekening of model : het uiterlijk van een
voortbrengsel of een deel ervan
52. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
Ø voortbrengsel : elk op industriële of ambachtelijke wijze
vervaardigd voorwerp, met inbegrip van o.m. onderdelen
die zijn bestemd om tot een samengesteld voortbrengsel
te worden samengevoegd, verpakkingen, uitvoering,
grafische symbolen en typografische lettertypen
53. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
Ø model : voortbrengsel met een 3-dimensionale vorm
Ø voorbeelden : bureau-uitrusting, elektrische
huishoudapparaten, meubels, wagens, verpakkingen,
sanitair, speelgoed, vaatwerk …
54. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
Panton chair
Alessi
55. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
website oami (http://oami.europa.eu) : geregistreerde
modellen
56. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
Ø tekening : voortbrengsel met 2- dimensionale vorm
Ø voorbeelden : een “tekening” op behang, textiel,
tegelvloer, vaatwerk, …
57. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
LOUIS VUITTON
graphic symbols
58. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
Ø combinatie tekening en model : tekening op een 3-
dimensionaal gebruiksvoorwerp
Ø bijvoorbeeld : de decoratie van servies
60. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
Ø zijn uitgesloten van bescherming:
– de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend
door de technische functie worden bepaald
– de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die noodzakelijk
zijn om het met een ander product te kunnen verbinden
– de uiterlijke kenmerken van delen van het product die niet
zichtbaar zijn bij een normaal gebruik van het product
– een tekening of model dat in strijd is met de openbare orde of de
goede zeden
– de uiterlijke kenmerken van een computerprogramma
60
61. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
b. depot van een tekening of model
Ø Benelux (BHIM) – www.boip.int (standaard kostprijs
bedraagt 108 €)
Ø Europese Gemeenschap (OHIM) : onderscheid
geregistreerde of niet geregistreerde tekeningen of
modellen – www.oami.europa.eu (standaard
kostprijs GT of M bedraagt 350 €)
Ø Internationaal (WIPO): bundel van nationale
modellen dat in 1x wordt verkregen – www.wipo.int
(standaard kostprijs bedraagt 330 €)
62. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
Ø recht van voorrang
→ eens u een eerste depot heeft verricht in een land dat lid is van
het Verdrag van Parijs of van het TRIPS verdrag, beschikt men
over een bepaalde periode beschikt om zonder verlies van
rechten, ook in andere verdragslanden bescherming voor
dezelfde T of M aan te vragen
De termijn van het recht van voorrang bedraagt 6 maanden
voor tekeningen en modellen
62
63. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
c. Duur van de bescherming
Ø 5 jaar, hernieuwing mogelijk : maximum 25 jaar
Ø niet geregistreerde T of M : 3 jaar, met ingang van
de datum waarop het model voor het eerst binnen
de Gemeenschap openbaar is gemaakt
Ø indien T & M origineel is : tevens bescherming via
het auteursrecht – 70 jaar post mortem auctoris
64. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
3. Beschermingsvoorwaarden
a. nieuw : vóór de datum van depot mag geen
identieke tekening of identiek model voor het
publiek beschikbaar zijn gesteld
65. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
b. eigen karakter : de algemene indruk die deze
tekening of model bij de gebruiker wekt, moet
verschillen van de algemene indruk die bij die
gebruiker wordt gewekt door tekeningen of
modellen die voor de datum van het depot voor
het publiek beschikbaar zijn gesteld
66. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
! Vóór het deponeren van een tekening of model, nagaan of
er geen eerdere creaties bestaan die de nieuwheid of het
eigen karakter van de tekening of het model kunnen
schaden
[De registratieautoriteiten hebben niet de bevoegdheid na te gaan of de
gedeponeerde T of M geldig zijn]
→ Check hiervoor de registers voor tekeningen en modellen
• het Benelux modellenregister staat nog niet online, maar is
tegen betaling wel raadpleegbaar, neem contact op met het
BBIE: www.boip.int
• voor het Gemeenschapsmodellenregister: www.oami.europa.eu
66
• voor het Internationaal modellenregister: www.wipo.int
67. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
4. Beschermingsomvang
Ø de houder van een tekening of model heeft het uitsluitend
recht zich te verzetten tegen het gebruik van een
voortbrengsel waarin de tekening of het model verwerkt is of
waarop de tekening of het model is toegepast
Ø wanneer is er sprake van inbreuk ?
• hetzij hetzelfde uiterlijk
• hetzij geen andere algemene indruk
- bij de geïnformeerde gebruiker (persoon met een
verhoogde kennis van de modellen in bepaalde
sector
- rekening houdend met de mate van vrijheid van
de ontwerper
- totaalindruk is belangrijk …
68. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
Vz Rechtbank ’s-Gravenhage, 17 februari 2009, KG ZA 08-1646,
Euro-Stoel B.V. tegen Schaffenburg Office Furniture B.V. c.s.
Gemeenschapsmodel Inbreuk
69. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
5. Titulariteit (!)
Ø indien een tekening of model door een
werknemer in de uitoefening van zijn functie
werd ontworpen, wordt, behoudens
andersluidend beding, de werkgever als
ontwerper beschouwd
Ø indien een tekening of model op bestelling is
ontworpen, wordt, behoudens andersluidend
beding, diegene die de bestelling heeft gedaan
als ontwerper beschouwd
70. II. TEKENINGEN EN MODELLEN
6. Overdracht en licentie
Ø T of M kan overgedragen (verplicht schriftelijk) of in
licentie (niet noodzakelijk schriftelijk) gegeven
worden aan 3e die dan nieuwe houder of
licentienemer wordt
Ø Opdat overdracht of licentie tegenstelbaar zouden
zijn aan 3e moeten deze geregistreerd worden in het
bevoegde register
70
71. III. MERKEN
1. wettelijk kader
2. algemeen
3. beschermingsvoorwaarden
4. beschermingsomvang
5. beschermingsduur
6. overdracht en licentie
73. III. MERKEN
1. wettelijk kader
a. op Benelux niveau
• Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom van
25 februari 2005 (BVIE)
74. III. MERKEN
b. op Europees niveau
• de Eerste Richtlijn nr. 89/104/EEG van de Raad van 21
december 1988 betreffende de aanpassing van het
merkenrecht van de Lidstaten
• de Verordening nr. 207/2009 van de Raad van 26
februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (Vo
207/2009)
75. III. MERKEN
c. op Internationaal niveau
• het Unieverdrag van Parijs tot bescherming van de
industriële eigendom van 1883 (laatst herzien op 14 juli
1967)
• de Overeenkomst van Madrid m.b.t. de internationale
inschrijving van merken van april 1891 en het Madrid
Protocol van 27 juni 1989
76. III. MERKEN
• de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende
de internationale classificatie van waren en diensten
• de Overeenkomst van 15 april 1994 inzake de
handelsaspecten van de Intellectuele eigendom (TRIP’s)
• het Merken Verdrag van 27 oktober 1994
77. III. MERKEN
Ø beginselen
- merkrechten kunnen slechts in rechte worden ingeroepen
nadat het merk is ingeschreven
- territorialiteit : Benelux (kostprijs voor standaard depot is
240 €; duurtijd registratieprocedure +/- 4 maand), EU
(kostprijs voor standaard depot is 900 € online appl. En
1050 € offline appl.), Internationaal (kostprijs voor
standaard depot schommelt tussen 650 € - 1000 €)
- specialiteit : producten of diensten in diverse klassen
78. III. MERKEN
2. algemeen
a. de bevoegde administratieve instanties :
- het bureau voor Intellectuele Eigendom in Den Haag
- OHIM in Alicante
- WIPO in Genève
b. na het depot :
- onderzoek op absolute weigeringsgronden
- een eventuele oppositie door belanghebbende
derden
- de inschrijving van het merk
79. III. MERKEN
3. Beschermingsvoorwaarden
als merken worden beschouwd, tekens die (i) vatbaar zijn
voor een grafische voorstelling en (ii) die kunnen dienen
om waren of diensten van een onderneming te
onderscheiden van waren of diensten van een andere
onderneming
80. III. MERKEN
(i) alle tekens die vatbaar zijn voor grafische
voorstelling
- visuele weergave van het teken, inzonderheid d.m.v.
figuren, lijnen of lettertekens
- de grafische voorstelling moet duidelijk, nauwkeurig,
als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk,
begrijpelijk, duurzaam en objectief zijn
81. III. MERKEN
Ø woordmerken: fictieve of bestaande woorden,
persoonsnamen, afkortingen (letters), cijfers, slogans, …
- adidas
- BMW
- Coca-Cola
- 501
82. III. MERKEN
Ø beeldmerken: logo’s, beelden, foto’s, tekeningen, …
83. III. MERKEN
Ø complexe of samengestelde merken: bevatten woord -
en beeldelementen:
86. III. MERKEN
Ø geur- of smaakmerken:
“in geval van een olfactorisch teken voldoet noch een
scheikundige formule, noch een beschrijving met woorden,
noch het depot van een geurmonster, noch een combinatie
daarvan aan de vereisten van grafische voorstelling”
• de geur van pas gemaaid gras…?
• de geur van een rijpe aardbei ?
87. III. MERKEN
(ii) onderscheidend vermogen :
Ø het onderzoek naar het onderscheidend vermogen van
een merk moet ‘in concreto’ gebeuren, rekening houdend
met :
- de vraag of het merk in de perceptie van het relevante
publiek geschikt is om de waren of diensten van een
onderneming te onderscheiden van die van andere
ondernemingen (herkomstfunctie van het merk)
88. III. MERKEN
- de waren of diensten waarvoor de merkinschrijving wordt
gevraagd en de vraag of de inschrijving niet indruist tegen
het algemeen belang (ongerechtvaardigde beperking van
de beschikbaarheid van het teken voor de andere
marktdeelnemers)
Ø een merk kan ook onderscheidend vermogen verwerven door
“inburgering”
89. III. MERKEN
Ø worden geweigerd :
– tekens die elk onderscheidend vermogen missen = louter beschrijvende
tekens (‘Baby-Dry’ voor pampers), gebruikelijk in normaal taalgebruik of
bonafide handelsverkeer en aanduiding van soort, hoeveelheid,
bestemming, etc.
– tekens waarvan de vorm door de aard van de waar wordt bepaald of
noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen:
– tekens die in strijd zijn met de openbare orde of de goede zeden (‘Bin
Laden’ voor sportartikelen)
90. III. MERKEN
4. Beschermingsomvang
Ø eens een merk is ingeschreven : exclusief recht op
het merk
- bescherming tegen namaak : gebruik identiek teken
voor identieke producten
- indien niet bekend merk : bescherming tegen
verwarringsgevaar
- indien bekend merk : bescherming tegen
verwateringsgevaar
91. III. MERKEN
• niet bekende merken : beoordeling verwarringsgevaar
- soortgelijke waren of diensten
- bij de beoordeling van soortgelijkheid : rekening houden
met alle relevante feitelijke omstandigheden van het
concrete geval (de aard, de bestemming en gebruik van
de producten of diensten, alsook het concurrerend dan
wel complementair karakter ervan)
- overeenstemming op auditief/fonetisch, visueel of
begripsmatig vlak
92. III. MERKEN
- de globale beoordeling van het verwarringsgevaar dient,
wat de overeenstemming tussen de conflicterende tekens
betreft, te berusten op de totaalindruk, rekening houdend
met de dominerende en onderscheidende bestanddelen
van het ouder merk
93. III. MERKEN
- er is verwarringsgevaar wanneer het relevante publiek kan
menen dat de betrokken waren of diensten van dezelfde
onderneming of, in voorkomend geval, van economisch
verbonden ondernemingen afkomstig zijn
- het verwarringsgevaar moet bestaan in hoofde van de
gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende
consument van de betrokken soort producten of diensten
94. III. MERKEN
• bekende merken : beoordeling verwateringsgevaar
- ook niet soortgelijke waren of diensten
- overeenstemming : idem
- relevant publiek moet een verband leggen tussen beide
merken, geen verwarringsgevaar nodig
- er wordt ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit of
afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen of de
reputatie van het merk
98. III. MERKEN
5. Beschermingsduur
Ø 10 jaar te rekenen vanaf depotdatum
Ø met onbeperkt aantal periodes van 10 jaar
verlengbaar
Ø maw, in principe eeuwig beschermbaar
98
99. III. MERKEN
6. Overdracht en licentie
Ø merk kan overgedragen (verplicht schriftelijk) of in
licentie (niet noodzakelijk schriftelijk) gegeven
worden aan 3e die dan nieuwe houder of
licentienemer wordt
Ø opdat overdracht of licentie tegenstelbaar zouden
zijn aan 3e moet deze geregistreerd worden in het
bevoegde register
99