SlideShare a Scribd company logo
1 of 131
Download to read offline
Relationeel geweld:
Slachtoffers daders en daders slachtoffers?
Risicotaxatie, diagnostiek &
indicatiestelling.
Birgit de Cnodder
Klinisch psycholoog / psychotherapeut
Onderdeel van een vierdaagse training ‘systemisch werken bij huiselijk geweld’ 2016 – 2018
Auteursrechten /
naamsvermelding
Tenzij anders vermeld is alles in dit werk gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal - licentie.
Wanneer je gebruik wilt maken van dit werk, moet je gepaste credits geven, een link voorzien naar de licentie en kenbaar maken welke
veranderingen je hebt aangebracht. Dat moet je doen op een wijze die niet suggereert dat de licentiehouder jou of je veranderingen
per definitie onderschrijft.
Hanteer voor dit werk de volgende methode van naamsvermelding: B. de Cnodder, Risicotaxatie, diagnostiek en
indicatiestelling (2018), CC-BY 4.0 gelicenseerd.
Except where otherwise noted, this work is licensed under a Creative Commons BY 4.0 International Licence. You must give
appropriate credit, provide a link to the license, and indicate if changes were made. You may do so in any reasonable manner, but not
in any way that suggests the licensor endorses you or your use.
De volledige licentie-tekst is te lezen op / read complete licence text on
https://creativecommons.nl/4-0-licenties/
https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/
In de loop van mijn carrière tot nu toe heb ik van velen mogen leren. Deze mensen wil ik recht
doen in de bijdrage die zij aan mijn kennis en kunde hebben geleverd. Ik heb getracht om zo
zorgvuldig mogelijk aan bronvermelding te doen. Mocht iemand desondanks vinden dat ik hem of
haar tekort heb gedaan in genoemde vermelding, nodig ik diegene uit om contact met mij op te
nemen en dat bespreekbaar te maken.
Disclosure
belangen
spreker
Programma dag 1 en 2
Risicotaxatie
Diagnostiek
Geweld
Cliënten
Indicatiestelling
4
Vooraf:
Wat is geweld eigenlijk in de
context van een relatie?
5
Relationeel geweld =
Psychologisch, fysiek en / of seksueel
geweld dat plaatsvindt in huiselijke kring
en gericht is tegen intimi
In alle mogelijke familierelaties
6
Bron: Justine van Lawick, 2007
Bijvoorbeeld
Slaan, schoppen
Schelden, kleineren
Dingen stuk maken
Negeren
Contact verbreken
Bedreigen, intimideren
...
7
Niet alle relatieagressie is gewelddadig!
https://www.youtube.com/watch?v=t_E4_H0Y_
wM
8
Risicotaxatie
Bij melding
ALLEREERST:
Veiligheidsmanagement
DAARNA:
Risicotaxatie
10
Altijd eerst:
veiligheid centraal
Systemische taxatie van de problematiek die
rekening houdt met relatiedynamieken,
persoonlijke factoren & context, leidt tot plan
van aanpak met aandacht voor alle
betrokkenen en hun context
11
Verschil veiligheid - risico
Veiligheid gaat over intomen van acuut gevaar
daar en dan.
Risico wordt bepaald door
Persoonskenmerken van beide partners en de
interactie daartussen
Omgevingsfactoren
12
Diagnostiek
Type geweld & functioneren cliënten
Diagnostiek
geweld
14
Type geweld
15
Diagnostiek type geweld: voorafgaand aan
hulp want eerste beslismoment PRT VS
Individueel
Niet alle relationeel geweld is hetzelfde!
Diagnostiek van het geweld is daarom van
fundamenteel belang.
16
Verschillende typen partnergeweld…
… hebben verschillende oorzaken
… kennen een verschillende
ontstaansgeschiedenis
ontwikkelingstraject
… hebben verschillende effecten & gevolgen
… kennen een verschillende dynamiek
… vindt plaats vanuit verschillende motivatie
… vereisen verschillende interventie-
strategieën
17
Symmetrisch
Geweld NIET Intentioneel,
situationeel bepaald. Verlies
van controle.
Vechtpaar, zijn aan elkaar
gewaagd, geweld wordt over en
weer gebruikt. Doel is winnen,
aandacht, schaakmat zetten etc.
Dader en slachtoffer in
relationele zin niet goed
onderscheidend te definiëren
PRT ‘best practice’ volgens
richtlijn familiaal huiselijk geweld
18
Bron: Justine van Lawick, 2007
Complementair
Gebruikt geweld intentioneel.
Terreur!
Ene partij controleert en
intimideert, de andere is
angstig en ondergeschikt. Kan
leiden tot gewelddadig verzet
Uitgesproken dader en
slachtoffer
Doel is de relatie controleren
Géén PRT!
19
Bron: Justine van Lawick, 2007
Sleutelwoorden complementair geweld
Gebruik geweld intentioneel
Langer durend & herhaald
Gericht op controle
Isolatie
Context van terreur
Geen verweer mogelijk & geen uitweg
ALTIJD BANG
20
Handige vragen om een inschatting te maken m.b.t.
intiem terrorisme
Denkend aan je partner, zou je dan zeggen dat hij / zij:
 … jaloers of bezitterig is?
 … probeert ruzies uit te lokken?
 … je belet om contact te hebben met familie of vrienden?
 … er op staat aldoor te weten in wiens gezelschap je verkeerd?
 … scènes maakt en je belachelijk maakt in het bijzijn van
anderen?
 … je het gevoel geeft dat je niks kan?
 … schreeuwt en scheldt?
 … je bang maakt?
 … voorkomt dat je inzage hebt in jullie financiën en/of kan
beschikken over eigen geld?
21
Bron: Michael P. Johnson, 2008
Relationeel geweld: prevalentie
in ambulante context
Symmetrisch
70 tot 80%
Complementair
20 tot 30 %
22
Relationeel geweld:
indicatiestelling
Symmetrisch
PRT
Complementair
Separate
behandeling, zeker
in eerste instantie
Vaak veiligheids-
maatregelen nodig
23
24
Waarom kunnen ‘daders’ en ‘slachtoffers’ baat hebben
bij een gezamenlijke behandeling?
Het meeste relationeel geweld is symmetrisch /
situationeel bepaald
Geweld is aldus een ‘monster TUSSEN twee
mensen’ en niet van iets van één van beiden
Hét kenmerk van dit type relationeel geweld is
ESCALATIE die plaatsvindt tussen twee mensen
Type escalatie en patronen
25
Intern: stilte oorlog Extern: veldslag
Zwijgen
Terugtrekken
Vermijden
Aanvallen
Verdedigen
Schreeuwen
Exploderen
Willen overtuigen
Willen winnen
Escalaties: 2 typen
Patronen van escalatie
VELDSLAG
Aantrekken – afstoten
Gewelddadige aanklamper – terugtrekker
Afstoten - achtervolgen
Gewelddadige terugtrekker - aanklamper
Vuurwerk
Gewelddadige aanklamper – gewelddadige aanklamper
STILTE OORLOG: Wurgende stilte
Gewelddadige terugtrekker – terugtrekker
27
Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
Gewelddadige aanklamper –
terugtrekker
“Als hij me voortdurend negeert, krijg ik het
gevoel dat ik steeds minder voor hem beteken.
Uiteindelijk ben ik tot alles in staat om hem te
laten luisteren.”
Geweld = de partner in de aanklampende positie
forceert de terugtrekkende partner om hem of
haar dichterbij te kunnen voelen. Het is agressie
vanuit verlatingsangst om nabijheid te
zoeken.
Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
Aantrekken - afstoten29
Gewelddadige terugtrekker –
aanklamper
“De verwijten blijven maar komen. Het stopt
nooit. Het geeft me het gevoel dat ik niet meer
kan ademen.”
De terugtrekkende partner voelt dat zijn of haar
hechtingsmechanisme van vermijden niet meer
voldoende bescherming biedt. Hij of zij raakt
innerlijk overspoeld, kan niet meer denken en
krijgt het gevoel dat er geen eigen ruimte meer is.
Ogenschijnlijke onraakbaarheid slaat dan om in
ruimtezoekende agressie. Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
Afstoten - achtervolgen31
Gewelddadige aanklamper - gewelddadige
aanklamper
“Ik weet zelfs niet meer waarover de ruzie gaat,
maar plots merk ik dat we aan het vechten zijn.”
Kenmerkend is dat het tempo van verwijten in de
negatieve interactie zo hoog ligt dat beide partners
geen tijd krijgen om de eigen emoties te reguleren.
Het aanklampende gedrag kan leiden tot een
gevaarlijk niveau van agressie.
Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
Vuurwerk
33
Gewelddadige terugtrekker-
terugtrekker
“Ik weet niet wat ik voel. Ik weet alleen dat ik
agressief word.”
Geweld in dit patroon ontstaat op momenten dat
bij een van de partners het zelf beschermende
mechanisme van dissociatie (niet voelen,
ontkennen en vermijden) niet langer de nodige
bescherming biedt.
Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
Wurgende stilte35
Passief agressief
https://www.youtube.com/watch?v=3vnKPdM
XIdo
36
Oefening
Maak groepjes van 4
Rollen: een aanklamper, een terugtrekker, een
hulpverlener en een observant.
Opdracht: neem een casus van 1 van jullie en oefen
het eerste hulpverleningscontact in een rollenspel
Dynamiek geweld:
een verklaringsmodel voor escalatiepatronen
38
Hoe werkt dat nou
tussen hen beiden?
Iets over hechting, intieme
relaties & emotie(dis)regulatie
39
Veilige gehechtheid stelt je in staat om
in een partnerrelatie:
40
verbinding met de ander te hebben zonder
jezelf te verliezen
én
in deze verbinding jezelf te zijn zonder de
ander te verliezen
41 Onveilige hechting in een partnerrelatie is er
wanneer je geleerd hebt dat …
… anderen niet werkelijk geïnteresseerd zijn in en
/ of niet adequaat reageren op jouw behoeften.
en / of
… je uiteindelijk niet in staat bent om op een
adequate manier aandacht te vragen voor je
behoeften.
Birgit de Cnodder en Janny Bylsma voor AFPN Groningen
42 Centraal bij onveilige hechting staat steeds:
angst
voor
afwijzing en / of verlating
Birgit de Cnodder en Janny Bylsma voor AFPN Groningen
43 Helaas:
Angst maakt kwetsbaar
Kwetsbaarheid tonen vereist dat je durft te
rekenen op geruststelling van de ander
Deze voorwaarde is niet voldaan bij een onveilige
hechting; angst wordt daarom overdekt door
boosheid
Dit vermindert de kans dat de ander kan reageren
op waar het werkelijk over gaat
Hoe werkt dat dan, die ruzies?
En vooral: hoe kom je er uit?
45
Ruzies…
… ontstaan meestal als partners een boodschap van de
ander ‘vertalen’ in een wezenlijke afwijzing en de
basisvraag bij de hechting negatief beantwoordt zien:
neen, ik kan niet op je rekenen, ik tel niet voor je, je
neemt me niet serieus etc.
… gaan daarom vaak over kleine dingen van grote
betekenis (oude pijn wordt getriggerd!)
… genereren aldus stress
… belemmeren dan het redelijk denken
… leiden op die manier tot escalaties
Birgit de Cnodder en Janny Bylsma voor AFPN Groningen
Ruzies gaan over kleine dingen van
grote betekenis
https://www.youtube.com/watch?v=O6-
7Ooymv68
46
Escalatie vindt plaats n.a.v. Revival ‘oud’
gedrag onder stress
Vermijdende: terugtrekken
Effect op gepreoccupeerde partner:
bedreiging verbinding
Gepreoccupeerde: drammen, ‘hangen’,
claimen...
Effect op vermijdende partner: bedreiging
autonomie
Copingstijl van de ene
triggert de kernangst van de ander
47
Geweld is een uiterste poging om de
hechtingsbehoefte duidelijk te maken!
48
Meest prominente risico bij
relationeel geweld?
Contactarmoede
Hoe krijg je een veilig contact over
wat contact onveilig maakt?
49
Als ze dit effect op elkaar hebben,
waarom blijven ze dan bij elkaar?
De rol van fragmentatie van de persoonlijkheid en collusies
50
Idealiseren en demoniseren wisselen
elkaar vaak af in deze relaties!
Ik heb twee relaties:
één geweldige
en één met geweld
Als het ene er is, is het andere er niet en omgekeerd.
Het zijn vaak relaties waar extremen elkaar afwisselen.
51
Verband met multiple relatietrauma in de
voorgeschiedenis
In de actuele relatie wordt de geschiedenis
vaak (gedeeltelijk) herhaald
Contact over onzegbare dingen & pijn
geboren vóór de woorden is een uitdaging
= het drama van de herhaling: collusies
52
Collusie
Wanneer 2 mensen ‘denken’ dat ze het
antwoord kunnen formuleren op de pijn
van de ander en een antwoord kunnen
krijgen van die ander op hun eigen pijn.
Bij een collusie leggen partners elkaar
over en weer een rol dwingend op.
53
Diagnostiek
cliënten
54
Diagnostiek van een individu: vloeken in
de systemische kerk?
 De relatie staat centraal in de behandeling
 Je interventies stem je af op de relatie maar ook op de
relationele (ontwikkelings)mogelijkheden van beide
deelnemers
→ diagnostiek van de deelnemers noodzakelijk
 Helpt om de dynamiek te begrijpen, de groeimogelijkheden
van beiden en de relatie helder te krijgen en voorspellingen te
doen t.a.v. te verwachten valkuilen tijdens het
behandeltraject.
55
Systemische diagnostiek
 1. Diagnostiek dynamiek
 2. Diagnostiek van de deelnemers?
2 in functie van 1
Een systemische behandeling richt zich
primair op de relatie, maar je moet de
eigenschappen van de bouwstenen kennen
waartussen de relatie plaats vindt!
56
Een visie op cliëntdiagnostiek (1)
 Zo min mogelijk en zo veel als nodig; doel is richting behandeling bepalen met
in achtneming van noodzakelijke veiligheidsmaatregelen
 Diagnostiek is een hulpmiddel om
 de cliënten en het paar beter te begrijpen en
 het behandelaanbod te kunnen toespitsen op déze cliënten / dit paar met déze
klachten en déze vraag en
 leidt tot het stellen van een correcte diagnose en het uitwerken van een passend
behandelplan
 Diagnostiek moet gebeuren op basis van
 feitelijke informatie vergaard op basis van dossier en tijdens intake of -in latere fase-
tijdens behandeling in combinatie met
 informatie die zich laat kennen in de dynamiek tijdens het intake- of behandelgesprek
die vervolgens toelaat een gerichte vraag te stellen t.a.v.
 testdiagnostiek.
57
Een visie op cliëntdiagnostiek (2)
 Forensische aspect van de diagnostiek dient nadrukkelijk aandacht
te krijgen → risicotaxatie en delict / incidentanalyse
 Diagnostiek vindt expliciet plaats op 2 momenten:
ten tijde van de intake
ten tijde van de tussentijdse evaluatie (procesdiagnostiek). In dat
laatste geval kan nagedacht worden over vragen die gerezen zijn
durante de behandeling tot nog toe.
58
Algemeen kijk je naar:
Aanleg / kwetsbaarheden
Ontwikkeling
→ In combinatie met elkaar!
59
Intelligentie
Persoonlijkheid(sstoornis)?
Zelfbeeld en zelfgevoel?
Interpersoonlijk functioneren? Contact met
anderen? Hechtingsproblemen?
Psychologisch functioneren? Mentaliserend
vermogen?
Stress factoren: schulden, verslavingen,
bemoeienis van justitie etc
60
Het gaat vaak om emotioneel nog niet
goed ontwikkelde mensen die over het
algemeen veel tekort gekomen zijn in
hun voorgeschiedenis en die juist in de
context van een relatie die er toe doet
overspoelt worden door stress
waardoor ze de relatie die verschil
maakt op het spel zetten!
61
Communicatie gekenmerkt door
 Herhalen van standpunten en
de ander willen overtuigen
 Aanvallen
 Verdedigen
 Willen winnen
 Van alles erbij halen
 Verwijten horen in alles wat de
ander zegt
 Verschil van mening opblazen
tot principiële tegenstellingen
 Theoretiseren, generalisere
 Mensen aan je kant krijgen
 Zwart/wit beelden
 Stereotyperingen, karikatuur
schetsen
 Etc…
62
Ongementaliseerd
Hoe ziet dat er uit in gedrag?
Voelen – doen
Onnavolgbaar, inconsequent
Onvoorspelbaar, tegenstrijdigheden
Demoniseren of idealiseren van anderen
Soms weinig ‘contact met realiteit’
Tunnelvisie, rigide in opvattingen
Makkelijk ‘besmet’ door sfeer
Waarheden omdraaien, verloochenen etc.
Etc. …
63
Kortom…
Emotioneel onrijp en onstabiel
Sociaal-emotionele leeftijd vaak laag
Gevoelig voor overspoeld worden door
emoties
M.a.w. vaak (trekken van) een
persoonlijkheidsstoornis
64
Het verschil zit vaak in
wat mensen
meegekregen hebben…
65
Diagnostiekvraag
 Wie is het die dit gedrag vertoont?
 Wie is het die dit gedrag verdraagt?
Aanscherping van de vraagstelling bij symmetrisch geweld:
Wie is het die dit doet én verdraagt?
Hoe werkt dat tussen hen beiden?
68
2 centrale vragen
Hechtingsstijl: hier hangt coping /
emotie(co)regulatie in intieme
relaties mee samen
Persoonlijkheidsorganisatie: kleurt
de manier waarop hechtingsgedrag
vorm gegeven wordt
69
Waarom zou je het willen weten?
 Uit onderzoek is bekend dat er een verband is tussen onveilige hechting,
persoonlijkheidsstoornissen en relationeel geweld
 Onderzoek wijst voorts uit dat…
 … het hebben van een persoonlijkheidsstoornis en / of onveilig gehecht zijn implicaties
heeft voor het functioneren in intieme relaties, met name onder druk
 … geweld te beschouwen is als een vorm van acting out & acting out kenmerkend is voor
mensen met een persoonlijkheidsstoornis
 Bij problemen in hechting en persoonlijkheid wil weten: ‘wat is het diepste putje?’
Wanneer komt de acting out, wat zijn iemands mogelijkheden en wat zijn de
limieten van de maakbaarheid?
 Diagnostiek van de ‘dragende persoonlijkheidsconstructie’ die het (gewelddadige)
gedrag a.h.w. ‘faciliteert’ is noodzakelijk omdat het lang niet altijd direct zichtbaar
dat de kwetsbaarheid zo groot is; dat maakt het gedrag in eerste instantie
onbegrijpelijk.
70
Implicatie: van Descriptief naar structureel
Descriptief = Inventariserend beschrijven
van observatie en testmateriaal
Structureel = Vanuit de onderliggende
theorie hypothesen vormen over de
persoonlijkheid die het observeerbare
gedrag draagt; ‘onder water kijken’
Waar kijken we naar bij de diagnostiek
van de ‘bouwstenen’ ?
Stressbestendigheid /
kwetsbaarheid & ontwikkelde
coping / veerkracht
Zelf, zelfbeeld en zelfgevoel
Objectrelaties
72
A
Relatievaardigheden die voortvloeien
uit de kenmerken van de ‘bouwstenen’.
Representatiedifferentiatie &
responsflexibiliteit VERSUS rigiditeit
Wederkerigheid; Empathie, Compassie
& Coöperativiteit VERSUS
Instrumentaliteit & Zelfgerichtheid
Reparabiliteit VERSUS Wrok & Wraak
73
B
74
A B
taxatie van het
vermogen om te
mentaliseren,
nodig om bv. te
de-escaleren
75
De-escaleren = bv. (1)
 Uit je eigen belevingswereld stappen, inleven in ideeën en gevoelens van de ander
zonder jezelf te verliezen
afgegrensd zijn van de ander, empathisch kunnen zijn
 Doorvragen: wat bedoel je? Hoe zie jij dat?
representatiedifferentiatie
 Je kunnen voorstellen dat die ander mogelijk niet bedoelt wat je er van maakt
representatiedifferentiatie, positieve objectrelatierepresentatie
 Je eerste impuls kunnen beheersen en iets anders doen
redelijke window of tolerance, responsflexibiliteit
76
De-escaleren = bv. (2)
 Verschil van standpunten en belevingen aanvaarden en waarderen; Aanvaarden
dat er meerdere perspectieven kunnen zijn (subjectieve waarheid)
eigenwaarde op peil houden zonder constante bevestiging van de
ander
 Nuanceren en relativeren, kleur in plaats van zwart / wit
responsflexibiliteit
 De inhoud centraal houden, zich beperken tot wat er nu aan de orde is en geen
oude koeien uit de sloot halen
objectconstantie, enige window of tolerance
 Zoeken naar verbinding, compromissen; je kunnen toevertrouwen
durven binden, epistemic trust
Hechting – en Persoonlijkheidsdiagnostiek
in het kader van relationeel geweld: bronnen
Observatie & Intake
Testmateriaal
77
In observatie & (intake)gesprek
Luisteren naar toon, sfeer etc.
Tegenstrijdigheden opmerken
Gebruik maken van elementen uit interview
technieken uit bv. het kernberginterview of het
gehechtheidsbiografisch interview
78
Interpreteren testonderzoek
Theoriegestuurd, profielmatig & contextueel
Doel testonderzoek
Tot op heden gegenereerde hypothesen
toetsen
Verder zicht krijgen op de
intrapsychische elementen die bijdragen
tot de interactie
79
Testmateriaal bv.
 persoonlijkheid
NVM
NPV2
 Klachten, coping, symptoomgedrag
UCL
SCL-90
NRV
Roos van Leary
 Projectief materiaal als TAT, ZAT etc.
80
Testonderzoek: Theoriegestuurd,
profielmatig & contextueel
 Met behulp van theorie wordt aan de verschillende schalen
een ruimere betekenis toegekend
 De hoogte van een scores beoordeel je:
 in verhouding tot de scores op andere schalen
 in context van de setting & de gepresenteerde pathologie
(observatie!)
Een lage score betekent niet per definitie geen pathologie.
 Combinaties van schalen worden op basis van theorie
voorzien van betekenis; geheel meer is dan de som der delen
en leveren hypothese op over de onderliggende structurele
kenmerken van de persoonlijkheid
Structurele kenmerken van de persoonlijkheid
zijn gerelateerd aan differentiatie in ‘rijpheid’
STRUCTURELE
CRITERIA
Identiteits-
integratie
Kwaliteit
Afweer
Realiteits-
toetsing
Neurotisch:
conflict
Stabiele integratie Overwegend
convergerend
Intact
Borderline:
defect
Gemankeerd Overwegend
divergerend
Gebrekkig onder
druk
Psychotisch:
defect
Diffuus Divergerend Niet intact
82
Structureel kijken in systemische context
 Uitgangspunt: via zelfrapportage (in gesprek of via vragenlijsten)
taxeren welk beeld patiënt van zichzelf heeft, inclusief
tegenstrijdigheden & wat hij wel en niet bij zichzelf kan
onderkennen
 Geheel van signalen in (behandel)contact, inhoud zelfrapportage
& tegenstrijdigheden worden geïnterpreteerd op basis van
theorie; dit leidt tot een hypothese over de innerlijke dynamiek
van elk van de partners.
 Op basis van het beeld van de innerlijke dynamiek van beide
partners en op basis van wat zij samen laten zien in gesprek met
jou worden hypothesen gegenereerd over de kenmerken van hun
onderlinge interactie en de patronen in de relatie
83
Intermezzo
Relatieontwikkeling bij mensen met vroege
problematiek: een samenvatting in beelden
84
Idealiseren
Illusies aan diggelen
… wordt overdekt door…
en vanwege de gefragmenteerde
persoonlijkheid is de
interne beleving wellicht
All
sad
All angry
O
F
All angry
O
F
All
sad
All angry
All
sad
Gevoel bij escalatie
Hoe krijg je een veilig contact over wat
contact onveilig maakt?
En hoe blijf je dan uit de wanhoop en
verdoving?
en vanwege de
fragmentatie in de persoonlijkheid
na elke ruzie wellicht
met als risico voor de
volgende generatie
All
sad
All angry
O
F
All angry
O
F
All
sad
All angry
All
sad
Emotioneel onrijpe mensen &
partnerkeuze
Mensen trachten in een intieme relatie een
antwoord te krijgen op hun kinderpijn.
Ze herhalen in de relatie vervolgens vaak wat
‘bekend’ is en lopen nieuwe verwondingen op.
105
Filmpje partnerkeuze:
gevaar van herhaling
 https://youtu.be/Hvysy11716g
 https://youtu.be/pFeDOqgoE-k
Let op:
het hoéft niet zo te gaan!!!
106
OEFENING
Neem een casus in gedachte en bespreek met je
buurman of buurvrouw of je het geschetste beeld
herkent
❑ Wat valt je op?
❑ Waar denk je dat de pijn van deze 2 mensen
precies in zit?
❑ Welk effect heeft dat op de manier waarop ze
de relatie aan gaan met elkaar?
❑ Aan welke relatievaardigheden zou je
aandacht willen schenken bij de begeleiding?
107
Indicatiestelling
Indicatiestelling moet aansluiten bij
zowel diagnostiek als risicotaxatie!
109
Interventies
Daderbehandeling & slachtofferopvang
of
stel samen in training & therapie?
Hangt af van het type geweld!
110
Bij symmetrisch geweld: bij voorkeur PRT
111
T.O. & agressieregulatie: training in
geweldloos conflicten hanteren en grenzen
stellen essentieel
Oorzaak van conflict opzoeken
Communicatietraining: waar gaat het echt
over?
Toezicht op middelenmisbruik
Exclusiecriteria partnerrelatietherapie
Verregaande mate van dissociatie en afsplitsing
van geweld; gevoel van totale hopeloosheid
Psychoses
Fors middelenmisbruik en -afhankelijkheid
Fors complementair geweld
Voortdurende angst bij ten minste een van
beide
Schaamteloos rechtvaardigen van geweld
112
OEFENING
Neem opnieuw de cliënt uit de vorige oefening in
gedachte.
❑ Wat herken je?
❑ Welke indicatie was er?
❑ Ben je het daar (nog steeds) mee eens?
113
114
Kalmeren (tijdig een time-out nemen)
Uitgestelde reactie (tot 10 tellen)
Frustratietolerantie (je hebt/krijgt nu eenmaal
niet altijd gelijk)
Echter:
In je eentje kan je niet de-escaleren
Centraal thema in de training: De-escaleren
115
De-escaleren: relatievaardigheden
toepassen
 Uit je eigen belevingswereld stappen, inleven in ideeën en
gevoelens van de ander zonder jezelf te verliezen
 Doorvragen: wat bedoel je? Hoe zie jij dat?
 Verschil van standpunten en belevingen aanvaarden en
waarderen
 Aanvaarden dat er meerdere perspectieven kunnen zijn
(subjectieve waarheid)
 Nuanceren en relativeren, kleur in plaats van zwart / wit
 De inhoud centraal houden, zich beperken tot wat er nu
aan de orde is en geen oude koeien uit de sloot halen
 Zoeken naar verbinding, compromissen
116
Echter…
Om te kunnen de-escaleren, moet je dus eerst weer
kunnen nadenken
Om te kunnen nadenken, moeten heftige emoties
eerst afnemen
Voordat heftige emoties kunnen zakken, moet je
eerst UIT de situatie stappen
117
Daarom
Eerst
Time – Out Training
pas daarna
Partnerrelatietherapie
118 Kortom
In je uppie wordt je niet handiger in het contact
met je partner
Relationeel geweld laat zich het beste beteugelen
als de therapie zich richt op het relationeel leren
hanteren van beider beperkingen in de interactie
met elkaar
Tot slot: diagnostiek moet de
behandeling dienen!
Van actie naar verbalisatie en veilig
contact
Van fragmentatie naar integratie en
verbinding met behoud van
eigenheid
119
Deze presentatie een onderdeel van een vierdaagse training die ik van 2016 tot
en met 2018 samen met een aantal collega’s verzorgde. Met Janny Bylsma,
systeemtherapeut, en later ook Marijke Snippe, eveneens inmiddels
systeemtherapeut heb ik het meeste samengewerkt. Deze handout betreft alleen
mijn eigen bijdrage aan de training en is een compilatie van de verschillende
versies die ik in de loop van de jaren gebruikt heb.
Contact:
info@praktijkdecnodder.nl
www.prakijkdecnodder.nl
Birgit de Cnodder
120
Literatuur Relationeel geweld121
Literatuur hechting en partnerrelatie122
Literatuur DTI123
NB: dit is iets anders dan alleen maar psychodynamisch denken! Aanpak =
een integratie van verschillende denkkaders!!
Geraadpleegde literatuur hechting
en geweld
 Ciesa, M., Cirasola, A.; Willams, R. & Fonagy, P. (2016) Categorical and dimensional
approaches in the evaluation of the relationship between attachment and personality
disorders: an empirical study Article in Attachment & Human Development November
2016
 Cnodder, de, B. (2010). Geweld samen te lijf. Groepsbehandeling voor paren die kampen
met relationeel geweld. Tijdschrift voor Systeemtherapie 4, 23-249
 Cnodder, de B. (2012). Incidentanalyse bij symmetrisch relationeel Geweld. Een
diagnostisch en therapeutisch instrument in partnerrelatietherapie. Tijdschrift voor
psychotherapie. 38, 88-103
 Cnodder, de, B. (2016). Hechting en relationeel geweld. GGZWetenschappelijk, pp 37-49
 In 2015 eerder verschenen in: F. Koenraadt, K. ’t Lam, L. Eurelings-Bontekoe, M. Lancel
(red) (2015). Hechting of hechtenis? Uitgeverij Wolf Legal Publishers, Oisterwijk, pp 161-
177
 Dijk, T. van, Flight, S. Oppenhuis, E. & Duesmann, B. (1999). Huiselijk geweld: Aard,
omvang en hulpverleing. Den Haag: Ministerie van Justitie
124
 Dijkstra, P. (2005). Omgaan met hechtingsproblemen. Bohn Stafleu van Loghum
 Johnson, M. P. Ph.D., PP Intimate Terrorism and Other Types of Domestic
Violence, dd 14-10-2008
 Johnson, S. (2010). Houdt me vast. KOSMOS uitgeverij
 Fraiberg onderzoek (Fraiberg, S., Adelson, E. & Shapiro, V., (1975) Gohsts in the
nursery: a psychoanalytic approach to the problems of impaired infant-mother
relationships. American Academy of Child and Adolescent Psycholgy 14 (3), 378-
421
 Fruzetti, A. (2006). The High Conflict Couple.New Harbringer Publications, Inc
 Groen, M. & Lawick, van J. (2008). Intieme Oorlog. Van Gennep uitgeverij
 Gehele themanummer Huiselijk Geweld (december 2010) op www.NVRG.nl
 Herman, J. L. (2010). Trauma en herstel. Wereldbibliotheek.
 Lawick, van, J. PP Geweld in families, bijzonder gewoon. NtVP congres dd 28-11-
2007
 Lawick, van, J. PP Van huiselijk geweld naar familiaal huiselijk geweld, een
systemische visie. dd 17-11-2008
125
 Mikulincer, M. & Shaver, P. R. (2010a). Attachment bases of psychopathology. In:
M. Mikulincer& P.R. Shaver (Eds), Attachment in adulthood. Structure, dynamics
and change (pp 369-404). New York/Londen: Guilford Press.
 Mikulincer, M. & Shaver, P. R. (2010b). Attachment process and couple
functioning. In: M. Mikulincer & P.R. Shaver (Eds), Attachment in adulthood.
Structure, dynamics and change (pp 285-323). New York/Londen: Guilford Press.
 Scalia, J. (2002). Intimate Violence. Attaks upon psychic interiority. Columbia
University Press, New York
 Slootemaecker, J. & Migenrode, M. (2017) Patronenen van parntergeweld – over
koppels die vechten voor berbinding. Tijdschrift voor systeemtherapie, vol (1), 6-
23
 Vliegen en Rexwinkel (2011). Handboek infant mental health
 Wallin, D. J. (2010). Gehechtheid in psychotherapie. Uitgeverij Nieuwezijds
 Wittbrood, K. & Veldheer, V. 92005). Partnergeweld in Nederland. Een secundaire
analyse met de Intromart-onderzoek naar huiselijk geweld. Tijdschrift voor
Criminologie, 47, 3-23
126
Geraadpleegde literatuur DPI & Hechting
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M en Snellen, W.M (2004). Theoriegestuurde
multidimensionele multitrait-diagnostiek: Theorie en relevantie voor de
psychotherapie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 30, 6, 397-413.
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M. & Snellen, W.M. (2005). Dupliek op het kritische
commentaar van Jaspers. Tijdschrift voor Psychotherapie, 31,1, 59-66.
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M. & Snellen, W.M. (2005). Theoriegestuurd en
contextueel. Repliek op Smid & Kamphuis. De Psycholoog, 40, 4, 193-197.
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M. en Snellen, W.M. (2005). Reactie op de discussie over
de NVM-profielinterpretatie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 31, 4, 315-318.
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Snellen, W.M. en Pieper-de Vries, I.(2005). Twee
methoden van dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek: het ontwikkelingsprofiel
en de theoriegetsuurde profielinterpretatie van persoonlijkheidsvragenlijsten-een
analyse van hun onderlinge verhouding. In R.E. Abraham (Red.), Het
Ontwikkelingsprofiel in de praktijk (pp 121-136). Assen uitgeverij.
127
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M., & Snellen, W.M. (2005) Psychodiagnostische
methoden bij volwassenen. In W. Everaerd et al. (Red.), Handboek Klinische
Psychologie. (pp 2-32). Houten: Bohn, Stafleu Van Loghum.
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M. en Snellen, W.M. (2006).
Persoonlijkheidsvragenlijsten. In C. de Ruiter en M. Hildebrand (Red.), Handboek
Psychodiagnostiek (pp 21-59). Amsterdam: Harcourt International.
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M. en Koelen, J.A.(2007). De Somatisatie-Ernstige
Psychopathologie combinatie binnen de theoriegestuurde profielinterpretatie van
de NVM: Somatisatie als affectregulator en maat voor sociale (in)competentie.
Tijdschrift Klinische Psychologie, 37, 2, 107-122.
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Verheul, R. en Snellen, W.M. (Red.) (2007).
Handboek persoonlijkheidspathologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN:
9789031 346608.Gorcum BV
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Koelen, J.A. en Snellen, W.M. (2007).
Psychodynamische modellen. Van Freud tot Fonagy. In E.H.M. Eurelings-
Bontekoe, R. Verheul en W.M. Snellen (Red.), Handboek
Persoonlijkheidspathologie (pp 185-202) . Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
128
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Luyten, P., Remijsen, M. en Koelen, J.A. (2010). The
relationship between personality organization as assessed by theory driven profiles
of the Dutch Short Form of the MMPI and self-reported features of personality
organization. Journal of Personality Assessment, 92,6,599-609.
 Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Luyten, P., IJssennagger, M., Van Vreeswijk, M. &
Koelen, J.A. (2010). Relationship between personality organization and Young's
cognitive model of personality pathology. Personality and Individual Differences,
49, 198-203.
 Kate, ten, C.A., Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Muller, N. en Spinhoven, Ph.(2007).
Persoonlijkheidsstoornissen in de tweedelijns geestelijke gezondheidszorg.
Prevalentie, kenmerken, behandelindicatie en drop out. Tijdschrift voor
Psychiatrie, 49, 597-609.
 Koelen, J.A., Luyten,. P. en Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2007). Visies op het
borderline concept: verleden, heden, toekomst. In E.H.M. Eurelings-Bontekoe, R.
Verheul en W.M. Snellen (Red.), Handboek Persoonlijkheidspathologie (pp 103-
142). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
 Koelen, J.A. en Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2008). De behandeling van de
borderline persoonlijkheidsstoornis: een overzicht en implicaties voor onderzoek.
Tijdschrift voor Psychotherapie, 34, 1, 3-26.
129
 Koelen, J.A., Luyten, P., Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Diguer, L., Vermote, R.,
Lowyck, B., en Buhring, M. (2012). The impact of personality organization on
treatment response: A systematic review. Psychiatry: Interpersonal and Biological
Processes ,75, 4, 355-374.
 Kok, E. en Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2007). NVM en Autisme Spectrum
Stoornissen. Wetenschappelijk Tijdschrift voor Autisme, 1, 34-42
 Muller, N. en Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2007). Internaliserende pathologie in
de jeugd als risicofactor voor het ontstaan van persoonlijkheidspathologie in de
volwassenheid. In E.H.M. Eurelings-Bontekoe, R. Verheul en W.M. Snellen (Red.),
Handboek Persoonlijkheidspathologie (pp 64-72). Houten: Bohn Stafleu Van
Loghum.
 Mosterman, R.M., Eurelings-Bontekoe, E.H.M. en Hofstee, W.K.B. (2016)
Voorspellers van behandelresultaat. De samenhang tussen diagnostiek, indicatie,
problemen tijdens therapie en behandelresultaat. Tijdschrift Klinische
Psychologie, 2, 98-118
 Scholte, W., Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Tiemens, B.G., Verheul, R., Meerman, A.
en Hutschemaekers, G. (2014). Personality Organization and outcome of inpatient
psychotherapy for personality disorders. An explorative study. Bulletin of the
Menninger Clinic, vol. 78, no2, 160-176.
130
 Koelen, J.A., Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Stuke, F., & Luyten, P. (2015). Insecure
attachment strategies are associated with cognitive alexithymia in patients with
severe somatoform disorder. International Journal of Psychiatry in Medicine, 49,
4, 264-278.
 Koelen, J.A., Eurelings-Bontekoe, E.H.M. & Kemke, S. Cognitive Alexithymia
Mediates the Association between Avoidant Attachment and Interpersonal
Problems in Patients with Somatoform Disorder. Submitted.
 Snellen, W.M. & Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2005). Terug naar af of stap
voorwaartsReactie op Derksen. De Psycholoog, 40, 9, 462-464.
 Snellen, W.M. & Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2007). Indicatiestellling bij
persoonlijkheidspathologie. In E.H.M. Eurelings-Bontekoe, R. Verheul en W.M.
Snellen (Red.), Handboek Persoonlijkheidspathologie (pp 203-217). Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum.
 Wineke, J.; Eurelings-Bontekoe, E.H.M.; Moene, F.; Van Dijke, A., & Van Gool, A.
(2015). Do patients with somatoform disorders present with illusionary mental
health? In press: Psychology and Psychotherapy.
131

More Related Content

Similar to Relationeel geweld, risicotaxatie, diagnostiek en indicatiestelling, 2016 2018

systemisch werken met huiselijk geweld, voorlichtng 2011 - 2016
systemisch werken met huiselijk geweld, voorlichtng 2011 - 2016 systemisch werken met huiselijk geweld, voorlichtng 2011 - 2016
systemisch werken met huiselijk geweld, voorlichtng 2011 - 2016 Birgit de Cnodder
 
Slachtoffer-dader mediation op het werk: hulpmiddel of valkuil voor vertrouwe...
Slachtoffer-dader mediation op het werk: hulpmiddel of valkuil voor vertrouwe...Slachtoffer-dader mediation op het werk: hulpmiddel of valkuil voor vertrouwe...
Slachtoffer-dader mediation op het werk: hulpmiddel of valkuil voor vertrouwe...Linda B.
 
11. Autisme en gehechtheid.pdf
11. Autisme en gehechtheid.pdf11. Autisme en gehechtheid.pdf
11. Autisme en gehechtheid.pdfBirgitdeCnodder1
 
Ppt Wiki
Ppt WikiPpt Wiki
Ppt Wikileentje
 
(H)Erkennen Van Psychisch Geweld Op Het Werk
(H)Erkennen Van Psychisch Geweld Op Het Werk(H)Erkennen Van Psychisch Geweld Op Het Werk
(H)Erkennen Van Psychisch Geweld Op Het Werkcoachingaandenrijn
 
Feiten en mythes over cyberpesten
Feiten en mythes over cyberpestenFeiten en mythes over cyberpesten
Feiten en mythes over cyberpestenmediawijsbe
 
Moeders in de knel na scheiding6novemberplusdesk
Moeders in de knel na scheiding6novemberplusdeskMoeders in de knel na scheiding6novemberplusdesk
Moeders in de knel na scheiding6novemberplusdeskSietske Dijkstra
 
Gezinnen 6 brillen en handen
Gezinnen  6 brillen en handenGezinnen  6 brillen en handen
Gezinnen 6 brillen en handenAnn Somersl
 
Gezinnen 6 brillen en handen
Gezinnen  6 brillen en handenGezinnen  6 brillen en handen
Gezinnen 6 brillen en handenannekesomers
 
Gezinnen 6 brillen en handen
Gezinnen  6 brillen en handenGezinnen  6 brillen en handen
Gezinnen 6 brillen en handenannekesomers
 
Gezinnen 6 brillen en handen
Gezinnen  6 brillen en handenGezinnen  6 brillen en handen
Gezinnen 6 brillen en handenAnn Somersl
 
Stigma En Stigmabestrijding
Stigma En StigmabestrijdingStigma En Stigmabestrijding
Stigma En Stigmabestrijdingstefanie.x
 
4 carla verbandt - dreigingsanalyse
4   carla verbandt - dreigingsanalyse4   carla verbandt - dreigingsanalyse
4 carla verbandt - dreigingsanalyseUPoliteia
 
STEUNGEZINNEN: Contouren van een kansarmoedeproject
STEUNGEZINNEN: Contouren van een kansarmoedeprojectSTEUNGEZINNEN: Contouren van een kansarmoedeproject
STEUNGEZINNEN: Contouren van een kansarmoedeprojectDesmetK
 

Similar to Relationeel geweld, risicotaxatie, diagnostiek en indicatiestelling, 2016 2018 (20)

systemisch werken met huiselijk geweld, voorlichtng 2011 - 2016
systemisch werken met huiselijk geweld, voorlichtng 2011 - 2016 systemisch werken met huiselijk geweld, voorlichtng 2011 - 2016
systemisch werken met huiselijk geweld, voorlichtng 2011 - 2016
 
Slachtoffer-dader mediation op het werk: hulpmiddel of valkuil voor vertrouwe...
Slachtoffer-dader mediation op het werk: hulpmiddel of valkuil voor vertrouwe...Slachtoffer-dader mediation op het werk: hulpmiddel of valkuil voor vertrouwe...
Slachtoffer-dader mediation op het werk: hulpmiddel of valkuil voor vertrouwe...
 
11. Autisme en gehechtheid.pdf
11. Autisme en gehechtheid.pdf11. Autisme en gehechtheid.pdf
11. Autisme en gehechtheid.pdf
 
Ppt Wiki
Ppt WikiPpt Wiki
Ppt Wiki
 
Informatiethema's: Pesten
Informatiethema's: PestenInformatiethema's: Pesten
Informatiethema's: Pesten
 
Mobbing
MobbingMobbing
Mobbing
 
Mobbing
MobbingMobbing
Mobbing
 
wat is contextuele therapie
wat is contextuele therapiewat is contextuele therapie
wat is contextuele therapie
 
(H)Erkennen Van Psychisch Geweld Op Het Werk
(H)Erkennen Van Psychisch Geweld Op Het Werk(H)Erkennen Van Psychisch Geweld Op Het Werk
(H)Erkennen Van Psychisch Geweld Op Het Werk
 
Feiten en mythes over cyberpesten
Feiten en mythes over cyberpestenFeiten en mythes over cyberpesten
Feiten en mythes over cyberpesten
 
artikel
artikelartikel
artikel
 
Moeders in de knel na scheiding6novemberplusdesk
Moeders in de knel na scheiding6novemberplusdeskMoeders in de knel na scheiding6novemberplusdesk
Moeders in de knel na scheiding6novemberplusdesk
 
Gezinnen 6 brillen en handen
Gezinnen  6 brillen en handenGezinnen  6 brillen en handen
Gezinnen 6 brillen en handen
 
Gezinnen 6 brillen en handen
Gezinnen  6 brillen en handenGezinnen  6 brillen en handen
Gezinnen 6 brillen en handen
 
Gezinnen 6 brillen en handen
Gezinnen  6 brillen en handenGezinnen  6 brillen en handen
Gezinnen 6 brillen en handen
 
Gezinnen 6 brillen en handen
Gezinnen  6 brillen en handenGezinnen  6 brillen en handen
Gezinnen 6 brillen en handen
 
Stigma En Stigmabestrijding
Stigma En StigmabestrijdingStigma En Stigmabestrijding
Stigma En Stigmabestrijding
 
Contextuele benadering
Contextuele benaderingContextuele benadering
Contextuele benadering
 
4 carla verbandt - dreigingsanalyse
4   carla verbandt - dreigingsanalyse4   carla verbandt - dreigingsanalyse
4 carla verbandt - dreigingsanalyse
 
STEUNGEZINNEN: Contouren van een kansarmoedeproject
STEUNGEZINNEN: Contouren van een kansarmoedeprojectSTEUNGEZINNEN: Contouren van een kansarmoedeproject
STEUNGEZINNEN: Contouren van een kansarmoedeproject
 

More from Birgit de Cnodder

(on)machtige vaders over vaderschap bij huiselijk geweld, 2014
(on)machtige vaders over vaderschap bij huiselijk geweld, 2014(on)machtige vaders over vaderschap bij huiselijk geweld, 2014
(on)machtige vaders over vaderschap bij huiselijk geweld, 2014Birgit de Cnodder
 
Forensische pt in ha praktijk
Forensische pt in ha praktijkForensische pt in ha praktijk
Forensische pt in ha praktijkBirgit de Cnodder
 
Counselen in de huisartsenpraktijk
Counselen in de huisartsenpraktijkCounselen in de huisartsenpraktijk
Counselen in de huisartsenpraktijkBirgit de Cnodder
 
Communicatie huisarts specialist
Communicatie huisarts  specialistCommunicatie huisarts  specialist
Communicatie huisarts specialistBirgit de Cnodder
 

More from Birgit de Cnodder (6)

(on)machtige vaders over vaderschap bij huiselijk geweld, 2014
(on)machtige vaders over vaderschap bij huiselijk geweld, 2014(on)machtige vaders over vaderschap bij huiselijk geweld, 2014
(on)machtige vaders over vaderschap bij huiselijk geweld, 2014
 
Familiegesprek
FamiliegesprekFamiliegesprek
Familiegesprek
 
Genogrammen
GenogrammenGenogrammen
Genogrammen
 
Forensische pt in ha praktijk
Forensische pt in ha praktijkForensische pt in ha praktijk
Forensische pt in ha praktijk
 
Counselen in de huisartsenpraktijk
Counselen in de huisartsenpraktijkCounselen in de huisartsenpraktijk
Counselen in de huisartsenpraktijk
 
Communicatie huisarts specialist
Communicatie huisarts  specialistCommunicatie huisarts  specialist
Communicatie huisarts specialist
 

Relationeel geweld, risicotaxatie, diagnostiek en indicatiestelling, 2016 2018

  • 1. Relationeel geweld: Slachtoffers daders en daders slachtoffers? Risicotaxatie, diagnostiek & indicatiestelling. Birgit de Cnodder Klinisch psycholoog / psychotherapeut Onderdeel van een vierdaagse training ‘systemisch werken bij huiselijk geweld’ 2016 – 2018
  • 2. Auteursrechten / naamsvermelding Tenzij anders vermeld is alles in dit werk gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal - licentie. Wanneer je gebruik wilt maken van dit werk, moet je gepaste credits geven, een link voorzien naar de licentie en kenbaar maken welke veranderingen je hebt aangebracht. Dat moet je doen op een wijze die niet suggereert dat de licentiehouder jou of je veranderingen per definitie onderschrijft. Hanteer voor dit werk de volgende methode van naamsvermelding: B. de Cnodder, Risicotaxatie, diagnostiek en indicatiestelling (2018), CC-BY 4.0 gelicenseerd. Except where otherwise noted, this work is licensed under a Creative Commons BY 4.0 International Licence. You must give appropriate credit, provide a link to the license, and indicate if changes were made. You may do so in any reasonable manner, but not in any way that suggests the licensor endorses you or your use. De volledige licentie-tekst is te lezen op / read complete licence text on https://creativecommons.nl/4-0-licenties/ https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/ In de loop van mijn carrière tot nu toe heb ik van velen mogen leren. Deze mensen wil ik recht doen in de bijdrage die zij aan mijn kennis en kunde hebben geleverd. Ik heb getracht om zo zorgvuldig mogelijk aan bronvermelding te doen. Mocht iemand desondanks vinden dat ik hem of haar tekort heb gedaan in genoemde vermelding, nodig ik diegene uit om contact met mij op te nemen en dat bespreekbaar te maken.
  • 4. Programma dag 1 en 2 Risicotaxatie Diagnostiek Geweld Cliënten Indicatiestelling 4
  • 5. Vooraf: Wat is geweld eigenlijk in de context van een relatie? 5
  • 6. Relationeel geweld = Psychologisch, fysiek en / of seksueel geweld dat plaatsvindt in huiselijke kring en gericht is tegen intimi In alle mogelijke familierelaties 6 Bron: Justine van Lawick, 2007
  • 7. Bijvoorbeeld Slaan, schoppen Schelden, kleineren Dingen stuk maken Negeren Contact verbreken Bedreigen, intimideren ... 7
  • 8. Niet alle relatieagressie is gewelddadig! https://www.youtube.com/watch?v=t_E4_H0Y_ wM 8
  • 11. Altijd eerst: veiligheid centraal Systemische taxatie van de problematiek die rekening houdt met relatiedynamieken, persoonlijke factoren & context, leidt tot plan van aanpak met aandacht voor alle betrokkenen en hun context 11
  • 12. Verschil veiligheid - risico Veiligheid gaat over intomen van acuut gevaar daar en dan. Risico wordt bepaald door Persoonskenmerken van beide partners en de interactie daartussen Omgevingsfactoren 12
  • 13. Diagnostiek Type geweld & functioneren cliënten
  • 16. Diagnostiek type geweld: voorafgaand aan hulp want eerste beslismoment PRT VS Individueel Niet alle relationeel geweld is hetzelfde! Diagnostiek van het geweld is daarom van fundamenteel belang. 16
  • 17. Verschillende typen partnergeweld… … hebben verschillende oorzaken … kennen een verschillende ontstaansgeschiedenis ontwikkelingstraject … hebben verschillende effecten & gevolgen … kennen een verschillende dynamiek … vindt plaats vanuit verschillende motivatie … vereisen verschillende interventie- strategieën 17
  • 18. Symmetrisch Geweld NIET Intentioneel, situationeel bepaald. Verlies van controle. Vechtpaar, zijn aan elkaar gewaagd, geweld wordt over en weer gebruikt. Doel is winnen, aandacht, schaakmat zetten etc. Dader en slachtoffer in relationele zin niet goed onderscheidend te definiëren PRT ‘best practice’ volgens richtlijn familiaal huiselijk geweld 18 Bron: Justine van Lawick, 2007
  • 19. Complementair Gebruikt geweld intentioneel. Terreur! Ene partij controleert en intimideert, de andere is angstig en ondergeschikt. Kan leiden tot gewelddadig verzet Uitgesproken dader en slachtoffer Doel is de relatie controleren Géén PRT! 19 Bron: Justine van Lawick, 2007
  • 20. Sleutelwoorden complementair geweld Gebruik geweld intentioneel Langer durend & herhaald Gericht op controle Isolatie Context van terreur Geen verweer mogelijk & geen uitweg ALTIJD BANG 20
  • 21. Handige vragen om een inschatting te maken m.b.t. intiem terrorisme Denkend aan je partner, zou je dan zeggen dat hij / zij:  … jaloers of bezitterig is?  … probeert ruzies uit te lokken?  … je belet om contact te hebben met familie of vrienden?  … er op staat aldoor te weten in wiens gezelschap je verkeerd?  … scènes maakt en je belachelijk maakt in het bijzijn van anderen?  … je het gevoel geeft dat je niks kan?  … schreeuwt en scheldt?  … je bang maakt?  … voorkomt dat je inzage hebt in jullie financiën en/of kan beschikken over eigen geld? 21 Bron: Michael P. Johnson, 2008
  • 22. Relationeel geweld: prevalentie in ambulante context Symmetrisch 70 tot 80% Complementair 20 tot 30 % 22
  • 24. 24 Waarom kunnen ‘daders’ en ‘slachtoffers’ baat hebben bij een gezamenlijke behandeling? Het meeste relationeel geweld is symmetrisch / situationeel bepaald Geweld is aldus een ‘monster TUSSEN twee mensen’ en niet van iets van één van beiden Hét kenmerk van dit type relationeel geweld is ESCALATIE die plaatsvindt tussen twee mensen
  • 25. Type escalatie en patronen 25
  • 26. Intern: stilte oorlog Extern: veldslag Zwijgen Terugtrekken Vermijden Aanvallen Verdedigen Schreeuwen Exploderen Willen overtuigen Willen winnen Escalaties: 2 typen
  • 27. Patronen van escalatie VELDSLAG Aantrekken – afstoten Gewelddadige aanklamper – terugtrekker Afstoten - achtervolgen Gewelddadige terugtrekker - aanklamper Vuurwerk Gewelddadige aanklamper – gewelddadige aanklamper STILTE OORLOG: Wurgende stilte Gewelddadige terugtrekker – terugtrekker 27 Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
  • 28. Gewelddadige aanklamper – terugtrekker “Als hij me voortdurend negeert, krijg ik het gevoel dat ik steeds minder voor hem beteken. Uiteindelijk ben ik tot alles in staat om hem te laten luisteren.” Geweld = de partner in de aanklampende positie forceert de terugtrekkende partner om hem of haar dichterbij te kunnen voelen. Het is agressie vanuit verlatingsangst om nabijheid te zoeken. Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
  • 30. Gewelddadige terugtrekker – aanklamper “De verwijten blijven maar komen. Het stopt nooit. Het geeft me het gevoel dat ik niet meer kan ademen.” De terugtrekkende partner voelt dat zijn of haar hechtingsmechanisme van vermijden niet meer voldoende bescherming biedt. Hij of zij raakt innerlijk overspoeld, kan niet meer denken en krijgt het gevoel dat er geen eigen ruimte meer is. Ogenschijnlijke onraakbaarheid slaat dan om in ruimtezoekende agressie. Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
  • 32. Gewelddadige aanklamper - gewelddadige aanklamper “Ik weet zelfs niet meer waarover de ruzie gaat, maar plots merk ik dat we aan het vechten zijn.” Kenmerkend is dat het tempo van verwijten in de negatieve interactie zo hoog ligt dat beide partners geen tijd krijgen om de eigen emoties te reguleren. Het aanklampende gedrag kan leiden tot een gevaarlijk niveau van agressie. Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
  • 34. Gewelddadige terugtrekker- terugtrekker “Ik weet niet wat ik voel. Ik weet alleen dat ik agressief word.” Geweld in dit patroon ontstaat op momenten dat bij een van de partners het zelf beschermende mechanisme van dissociatie (niet voelen, ontkennen en vermijden) niet langer de nodige bescherming biedt. Bron: Slootemaecker & Migenrode, 2017
  • 37. Oefening Maak groepjes van 4 Rollen: een aanklamper, een terugtrekker, een hulpverlener en een observant. Opdracht: neem een casus van 1 van jullie en oefen het eerste hulpverleningscontact in een rollenspel
  • 38. Dynamiek geweld: een verklaringsmodel voor escalatiepatronen 38
  • 39. Hoe werkt dat nou tussen hen beiden? Iets over hechting, intieme relaties & emotie(dis)regulatie 39
  • 40. Veilige gehechtheid stelt je in staat om in een partnerrelatie: 40 verbinding met de ander te hebben zonder jezelf te verliezen én in deze verbinding jezelf te zijn zonder de ander te verliezen
  • 41. 41 Onveilige hechting in een partnerrelatie is er wanneer je geleerd hebt dat … … anderen niet werkelijk geïnteresseerd zijn in en / of niet adequaat reageren op jouw behoeften. en / of … je uiteindelijk niet in staat bent om op een adequate manier aandacht te vragen voor je behoeften. Birgit de Cnodder en Janny Bylsma voor AFPN Groningen
  • 42. 42 Centraal bij onveilige hechting staat steeds: angst voor afwijzing en / of verlating Birgit de Cnodder en Janny Bylsma voor AFPN Groningen
  • 43. 43 Helaas: Angst maakt kwetsbaar Kwetsbaarheid tonen vereist dat je durft te rekenen op geruststelling van de ander Deze voorwaarde is niet voldaan bij een onveilige hechting; angst wordt daarom overdekt door boosheid Dit vermindert de kans dat de ander kan reageren op waar het werkelijk over gaat
  • 44. Hoe werkt dat dan, die ruzies? En vooral: hoe kom je er uit?
  • 45. 45 Ruzies… … ontstaan meestal als partners een boodschap van de ander ‘vertalen’ in een wezenlijke afwijzing en de basisvraag bij de hechting negatief beantwoordt zien: neen, ik kan niet op je rekenen, ik tel niet voor je, je neemt me niet serieus etc. … gaan daarom vaak over kleine dingen van grote betekenis (oude pijn wordt getriggerd!) … genereren aldus stress … belemmeren dan het redelijk denken … leiden op die manier tot escalaties Birgit de Cnodder en Janny Bylsma voor AFPN Groningen
  • 46. Ruzies gaan over kleine dingen van grote betekenis https://www.youtube.com/watch?v=O6- 7Ooymv68 46
  • 47. Escalatie vindt plaats n.a.v. Revival ‘oud’ gedrag onder stress Vermijdende: terugtrekken Effect op gepreoccupeerde partner: bedreiging verbinding Gepreoccupeerde: drammen, ‘hangen’, claimen... Effect op vermijdende partner: bedreiging autonomie Copingstijl van de ene triggert de kernangst van de ander 47
  • 48. Geweld is een uiterste poging om de hechtingsbehoefte duidelijk te maken! 48
  • 49. Meest prominente risico bij relationeel geweld? Contactarmoede Hoe krijg je een veilig contact over wat contact onveilig maakt? 49
  • 50. Als ze dit effect op elkaar hebben, waarom blijven ze dan bij elkaar? De rol van fragmentatie van de persoonlijkheid en collusies 50
  • 51. Idealiseren en demoniseren wisselen elkaar vaak af in deze relaties! Ik heb twee relaties: één geweldige en één met geweld Als het ene er is, is het andere er niet en omgekeerd. Het zijn vaak relaties waar extremen elkaar afwisselen. 51
  • 52. Verband met multiple relatietrauma in de voorgeschiedenis In de actuele relatie wordt de geschiedenis vaak (gedeeltelijk) herhaald Contact over onzegbare dingen & pijn geboren vóór de woorden is een uitdaging = het drama van de herhaling: collusies 52
  • 53. Collusie Wanneer 2 mensen ‘denken’ dat ze het antwoord kunnen formuleren op de pijn van de ander en een antwoord kunnen krijgen van die ander op hun eigen pijn. Bij een collusie leggen partners elkaar over en weer een rol dwingend op. 53
  • 55. Diagnostiek van een individu: vloeken in de systemische kerk?  De relatie staat centraal in de behandeling  Je interventies stem je af op de relatie maar ook op de relationele (ontwikkelings)mogelijkheden van beide deelnemers → diagnostiek van de deelnemers noodzakelijk  Helpt om de dynamiek te begrijpen, de groeimogelijkheden van beiden en de relatie helder te krijgen en voorspellingen te doen t.a.v. te verwachten valkuilen tijdens het behandeltraject. 55
  • 56. Systemische diagnostiek  1. Diagnostiek dynamiek  2. Diagnostiek van de deelnemers? 2 in functie van 1 Een systemische behandeling richt zich primair op de relatie, maar je moet de eigenschappen van de bouwstenen kennen waartussen de relatie plaats vindt! 56
  • 57. Een visie op cliëntdiagnostiek (1)  Zo min mogelijk en zo veel als nodig; doel is richting behandeling bepalen met in achtneming van noodzakelijke veiligheidsmaatregelen  Diagnostiek is een hulpmiddel om  de cliënten en het paar beter te begrijpen en  het behandelaanbod te kunnen toespitsen op déze cliënten / dit paar met déze klachten en déze vraag en  leidt tot het stellen van een correcte diagnose en het uitwerken van een passend behandelplan  Diagnostiek moet gebeuren op basis van  feitelijke informatie vergaard op basis van dossier en tijdens intake of -in latere fase- tijdens behandeling in combinatie met  informatie die zich laat kennen in de dynamiek tijdens het intake- of behandelgesprek die vervolgens toelaat een gerichte vraag te stellen t.a.v.  testdiagnostiek. 57
  • 58. Een visie op cliëntdiagnostiek (2)  Forensische aspect van de diagnostiek dient nadrukkelijk aandacht te krijgen → risicotaxatie en delict / incidentanalyse  Diagnostiek vindt expliciet plaats op 2 momenten: ten tijde van de intake ten tijde van de tussentijdse evaluatie (procesdiagnostiek). In dat laatste geval kan nagedacht worden over vragen die gerezen zijn durante de behandeling tot nog toe. 58
  • 59. Algemeen kijk je naar: Aanleg / kwetsbaarheden Ontwikkeling → In combinatie met elkaar! 59
  • 60. Intelligentie Persoonlijkheid(sstoornis)? Zelfbeeld en zelfgevoel? Interpersoonlijk functioneren? Contact met anderen? Hechtingsproblemen? Psychologisch functioneren? Mentaliserend vermogen? Stress factoren: schulden, verslavingen, bemoeienis van justitie etc 60
  • 61. Het gaat vaak om emotioneel nog niet goed ontwikkelde mensen die over het algemeen veel tekort gekomen zijn in hun voorgeschiedenis en die juist in de context van een relatie die er toe doet overspoelt worden door stress waardoor ze de relatie die verschil maakt op het spel zetten! 61
  • 62. Communicatie gekenmerkt door  Herhalen van standpunten en de ander willen overtuigen  Aanvallen  Verdedigen  Willen winnen  Van alles erbij halen  Verwijten horen in alles wat de ander zegt  Verschil van mening opblazen tot principiële tegenstellingen  Theoretiseren, generalisere  Mensen aan je kant krijgen  Zwart/wit beelden  Stereotyperingen, karikatuur schetsen  Etc… 62 Ongementaliseerd
  • 63. Hoe ziet dat er uit in gedrag? Voelen – doen Onnavolgbaar, inconsequent Onvoorspelbaar, tegenstrijdigheden Demoniseren of idealiseren van anderen Soms weinig ‘contact met realiteit’ Tunnelvisie, rigide in opvattingen Makkelijk ‘besmet’ door sfeer Waarheden omdraaien, verloochenen etc. Etc. … 63
  • 64. Kortom… Emotioneel onrijp en onstabiel Sociaal-emotionele leeftijd vaak laag Gevoelig voor overspoeld worden door emoties M.a.w. vaak (trekken van) een persoonlijkheidsstoornis 64
  • 65. Het verschil zit vaak in wat mensen meegekregen hebben… 65
  • 66.
  • 67.
  • 68. Diagnostiekvraag  Wie is het die dit gedrag vertoont?  Wie is het die dit gedrag verdraagt? Aanscherping van de vraagstelling bij symmetrisch geweld: Wie is het die dit doet én verdraagt? Hoe werkt dat tussen hen beiden? 68
  • 69. 2 centrale vragen Hechtingsstijl: hier hangt coping / emotie(co)regulatie in intieme relaties mee samen Persoonlijkheidsorganisatie: kleurt de manier waarop hechtingsgedrag vorm gegeven wordt 69
  • 70. Waarom zou je het willen weten?  Uit onderzoek is bekend dat er een verband is tussen onveilige hechting, persoonlijkheidsstoornissen en relationeel geweld  Onderzoek wijst voorts uit dat…  … het hebben van een persoonlijkheidsstoornis en / of onveilig gehecht zijn implicaties heeft voor het functioneren in intieme relaties, met name onder druk  … geweld te beschouwen is als een vorm van acting out & acting out kenmerkend is voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis  Bij problemen in hechting en persoonlijkheid wil weten: ‘wat is het diepste putje?’ Wanneer komt de acting out, wat zijn iemands mogelijkheden en wat zijn de limieten van de maakbaarheid?  Diagnostiek van de ‘dragende persoonlijkheidsconstructie’ die het (gewelddadige) gedrag a.h.w. ‘faciliteert’ is noodzakelijk omdat het lang niet altijd direct zichtbaar dat de kwetsbaarheid zo groot is; dat maakt het gedrag in eerste instantie onbegrijpelijk. 70
  • 71. Implicatie: van Descriptief naar structureel Descriptief = Inventariserend beschrijven van observatie en testmateriaal Structureel = Vanuit de onderliggende theorie hypothesen vormen over de persoonlijkheid die het observeerbare gedrag draagt; ‘onder water kijken’
  • 72. Waar kijken we naar bij de diagnostiek van de ‘bouwstenen’ ? Stressbestendigheid / kwetsbaarheid & ontwikkelde coping / veerkracht Zelf, zelfbeeld en zelfgevoel Objectrelaties 72 A
  • 73. Relatievaardigheden die voortvloeien uit de kenmerken van de ‘bouwstenen’. Representatiedifferentiatie & responsflexibiliteit VERSUS rigiditeit Wederkerigheid; Empathie, Compassie & Coöperativiteit VERSUS Instrumentaliteit & Zelfgerichtheid Reparabiliteit VERSUS Wrok & Wraak 73 B
  • 74. 74 A B taxatie van het vermogen om te mentaliseren, nodig om bv. te de-escaleren
  • 75. 75 De-escaleren = bv. (1)  Uit je eigen belevingswereld stappen, inleven in ideeën en gevoelens van de ander zonder jezelf te verliezen afgegrensd zijn van de ander, empathisch kunnen zijn  Doorvragen: wat bedoel je? Hoe zie jij dat? representatiedifferentiatie  Je kunnen voorstellen dat die ander mogelijk niet bedoelt wat je er van maakt representatiedifferentiatie, positieve objectrelatierepresentatie  Je eerste impuls kunnen beheersen en iets anders doen redelijke window of tolerance, responsflexibiliteit
  • 76. 76 De-escaleren = bv. (2)  Verschil van standpunten en belevingen aanvaarden en waarderen; Aanvaarden dat er meerdere perspectieven kunnen zijn (subjectieve waarheid) eigenwaarde op peil houden zonder constante bevestiging van de ander  Nuanceren en relativeren, kleur in plaats van zwart / wit responsflexibiliteit  De inhoud centraal houden, zich beperken tot wat er nu aan de orde is en geen oude koeien uit de sloot halen objectconstantie, enige window of tolerance  Zoeken naar verbinding, compromissen; je kunnen toevertrouwen durven binden, epistemic trust
  • 77. Hechting – en Persoonlijkheidsdiagnostiek in het kader van relationeel geweld: bronnen Observatie & Intake Testmateriaal 77
  • 78. In observatie & (intake)gesprek Luisteren naar toon, sfeer etc. Tegenstrijdigheden opmerken Gebruik maken van elementen uit interview technieken uit bv. het kernberginterview of het gehechtheidsbiografisch interview 78 Interpreteren testonderzoek Theoriegestuurd, profielmatig & contextueel
  • 79. Doel testonderzoek Tot op heden gegenereerde hypothesen toetsen Verder zicht krijgen op de intrapsychische elementen die bijdragen tot de interactie 79
  • 80. Testmateriaal bv.  persoonlijkheid NVM NPV2  Klachten, coping, symptoomgedrag UCL SCL-90 NRV Roos van Leary  Projectief materiaal als TAT, ZAT etc. 80
  • 81. Testonderzoek: Theoriegestuurd, profielmatig & contextueel  Met behulp van theorie wordt aan de verschillende schalen een ruimere betekenis toegekend  De hoogte van een scores beoordeel je:  in verhouding tot de scores op andere schalen  in context van de setting & de gepresenteerde pathologie (observatie!) Een lage score betekent niet per definitie geen pathologie.  Combinaties van schalen worden op basis van theorie voorzien van betekenis; geheel meer is dan de som der delen en leveren hypothese op over de onderliggende structurele kenmerken van de persoonlijkheid
  • 82. Structurele kenmerken van de persoonlijkheid zijn gerelateerd aan differentiatie in ‘rijpheid’ STRUCTURELE CRITERIA Identiteits- integratie Kwaliteit Afweer Realiteits- toetsing Neurotisch: conflict Stabiele integratie Overwegend convergerend Intact Borderline: defect Gemankeerd Overwegend divergerend Gebrekkig onder druk Psychotisch: defect Diffuus Divergerend Niet intact 82
  • 83. Structureel kijken in systemische context  Uitgangspunt: via zelfrapportage (in gesprek of via vragenlijsten) taxeren welk beeld patiënt van zichzelf heeft, inclusief tegenstrijdigheden & wat hij wel en niet bij zichzelf kan onderkennen  Geheel van signalen in (behandel)contact, inhoud zelfrapportage & tegenstrijdigheden worden geïnterpreteerd op basis van theorie; dit leidt tot een hypothese over de innerlijke dynamiek van elk van de partners.  Op basis van het beeld van de innerlijke dynamiek van beide partners en op basis van wat zij samen laten zien in gesprek met jou worden hypothesen gegenereerd over de kenmerken van hun onderlinge interactie en de patronen in de relatie 83
  • 84. Intermezzo Relatieontwikkeling bij mensen met vroege problematiek: een samenvatting in beelden 84
  • 85.
  • 88.
  • 89.
  • 90.
  • 92.
  • 93.
  • 94. en vanwege de gefragmenteerde persoonlijkheid is de interne beleving wellicht
  • 98. Hoe krijg je een veilig contact over wat contact onveilig maakt?
  • 99. En hoe blijf je dan uit de wanhoop en verdoving?
  • 100. en vanwege de fragmentatie in de persoonlijkheid na elke ruzie wellicht
  • 101.
  • 102. met als risico voor de volgende generatie
  • 105. Emotioneel onrijpe mensen & partnerkeuze Mensen trachten in een intieme relatie een antwoord te krijgen op hun kinderpijn. Ze herhalen in de relatie vervolgens vaak wat ‘bekend’ is en lopen nieuwe verwondingen op. 105
  • 106. Filmpje partnerkeuze: gevaar van herhaling  https://youtu.be/Hvysy11716g  https://youtu.be/pFeDOqgoE-k Let op: het hoéft niet zo te gaan!!! 106
  • 107. OEFENING Neem een casus in gedachte en bespreek met je buurman of buurvrouw of je het geschetste beeld herkent ❑ Wat valt je op? ❑ Waar denk je dat de pijn van deze 2 mensen precies in zit? ❑ Welk effect heeft dat op de manier waarop ze de relatie aan gaan met elkaar? ❑ Aan welke relatievaardigheden zou je aandacht willen schenken bij de begeleiding? 107
  • 109. Indicatiestelling moet aansluiten bij zowel diagnostiek als risicotaxatie! 109
  • 110. Interventies Daderbehandeling & slachtofferopvang of stel samen in training & therapie? Hangt af van het type geweld! 110
  • 111. Bij symmetrisch geweld: bij voorkeur PRT 111 T.O. & agressieregulatie: training in geweldloos conflicten hanteren en grenzen stellen essentieel Oorzaak van conflict opzoeken Communicatietraining: waar gaat het echt over? Toezicht op middelenmisbruik
  • 112. Exclusiecriteria partnerrelatietherapie Verregaande mate van dissociatie en afsplitsing van geweld; gevoel van totale hopeloosheid Psychoses Fors middelenmisbruik en -afhankelijkheid Fors complementair geweld Voortdurende angst bij ten minste een van beide Schaamteloos rechtvaardigen van geweld 112
  • 113. OEFENING Neem opnieuw de cliënt uit de vorige oefening in gedachte. ❑ Wat herken je? ❑ Welke indicatie was er? ❑ Ben je het daar (nog steeds) mee eens? 113
  • 114. 114 Kalmeren (tijdig een time-out nemen) Uitgestelde reactie (tot 10 tellen) Frustratietolerantie (je hebt/krijgt nu eenmaal niet altijd gelijk) Echter: In je eentje kan je niet de-escaleren Centraal thema in de training: De-escaleren
  • 115. 115 De-escaleren: relatievaardigheden toepassen  Uit je eigen belevingswereld stappen, inleven in ideeën en gevoelens van de ander zonder jezelf te verliezen  Doorvragen: wat bedoel je? Hoe zie jij dat?  Verschil van standpunten en belevingen aanvaarden en waarderen  Aanvaarden dat er meerdere perspectieven kunnen zijn (subjectieve waarheid)  Nuanceren en relativeren, kleur in plaats van zwart / wit  De inhoud centraal houden, zich beperken tot wat er nu aan de orde is en geen oude koeien uit de sloot halen  Zoeken naar verbinding, compromissen
  • 116. 116 Echter… Om te kunnen de-escaleren, moet je dus eerst weer kunnen nadenken Om te kunnen nadenken, moeten heftige emoties eerst afnemen Voordat heftige emoties kunnen zakken, moet je eerst UIT de situatie stappen
  • 117. 117 Daarom Eerst Time – Out Training pas daarna Partnerrelatietherapie
  • 118. 118 Kortom In je uppie wordt je niet handiger in het contact met je partner Relationeel geweld laat zich het beste beteugelen als de therapie zich richt op het relationeel leren hanteren van beider beperkingen in de interactie met elkaar
  • 119. Tot slot: diagnostiek moet de behandeling dienen! Van actie naar verbalisatie en veilig contact Van fragmentatie naar integratie en verbinding met behoud van eigenheid 119
  • 120. Deze presentatie een onderdeel van een vierdaagse training die ik van 2016 tot en met 2018 samen met een aantal collega’s verzorgde. Met Janny Bylsma, systeemtherapeut, en later ook Marijke Snippe, eveneens inmiddels systeemtherapeut heb ik het meeste samengewerkt. Deze handout betreft alleen mijn eigen bijdrage aan de training en is een compilatie van de verschillende versies die ik in de loop van de jaren gebruikt heb. Contact: info@praktijkdecnodder.nl www.prakijkdecnodder.nl Birgit de Cnodder 120
  • 122. Literatuur hechting en partnerrelatie122
  • 123. Literatuur DTI123 NB: dit is iets anders dan alleen maar psychodynamisch denken! Aanpak = een integratie van verschillende denkkaders!!
  • 124. Geraadpleegde literatuur hechting en geweld  Ciesa, M., Cirasola, A.; Willams, R. & Fonagy, P. (2016) Categorical and dimensional approaches in the evaluation of the relationship between attachment and personality disorders: an empirical study Article in Attachment & Human Development November 2016  Cnodder, de, B. (2010). Geweld samen te lijf. Groepsbehandeling voor paren die kampen met relationeel geweld. Tijdschrift voor Systeemtherapie 4, 23-249  Cnodder, de B. (2012). Incidentanalyse bij symmetrisch relationeel Geweld. Een diagnostisch en therapeutisch instrument in partnerrelatietherapie. Tijdschrift voor psychotherapie. 38, 88-103  Cnodder, de, B. (2016). Hechting en relationeel geweld. GGZWetenschappelijk, pp 37-49  In 2015 eerder verschenen in: F. Koenraadt, K. ’t Lam, L. Eurelings-Bontekoe, M. Lancel (red) (2015). Hechting of hechtenis? Uitgeverij Wolf Legal Publishers, Oisterwijk, pp 161- 177  Dijk, T. van, Flight, S. Oppenhuis, E. & Duesmann, B. (1999). Huiselijk geweld: Aard, omvang en hulpverleing. Den Haag: Ministerie van Justitie 124
  • 125.  Dijkstra, P. (2005). Omgaan met hechtingsproblemen. Bohn Stafleu van Loghum  Johnson, M. P. Ph.D., PP Intimate Terrorism and Other Types of Domestic Violence, dd 14-10-2008  Johnson, S. (2010). Houdt me vast. KOSMOS uitgeverij  Fraiberg onderzoek (Fraiberg, S., Adelson, E. & Shapiro, V., (1975) Gohsts in the nursery: a psychoanalytic approach to the problems of impaired infant-mother relationships. American Academy of Child and Adolescent Psycholgy 14 (3), 378- 421  Fruzetti, A. (2006). The High Conflict Couple.New Harbringer Publications, Inc  Groen, M. & Lawick, van J. (2008). Intieme Oorlog. Van Gennep uitgeverij  Gehele themanummer Huiselijk Geweld (december 2010) op www.NVRG.nl  Herman, J. L. (2010). Trauma en herstel. Wereldbibliotheek.  Lawick, van, J. PP Geweld in families, bijzonder gewoon. NtVP congres dd 28-11- 2007  Lawick, van, J. PP Van huiselijk geweld naar familiaal huiselijk geweld, een systemische visie. dd 17-11-2008 125
  • 126.  Mikulincer, M. & Shaver, P. R. (2010a). Attachment bases of psychopathology. In: M. Mikulincer& P.R. Shaver (Eds), Attachment in adulthood. Structure, dynamics and change (pp 369-404). New York/Londen: Guilford Press.  Mikulincer, M. & Shaver, P. R. (2010b). Attachment process and couple functioning. In: M. Mikulincer & P.R. Shaver (Eds), Attachment in adulthood. Structure, dynamics and change (pp 285-323). New York/Londen: Guilford Press.  Scalia, J. (2002). Intimate Violence. Attaks upon psychic interiority. Columbia University Press, New York  Slootemaecker, J. & Migenrode, M. (2017) Patronenen van parntergeweld – over koppels die vechten voor berbinding. Tijdschrift voor systeemtherapie, vol (1), 6- 23  Vliegen en Rexwinkel (2011). Handboek infant mental health  Wallin, D. J. (2010). Gehechtheid in psychotherapie. Uitgeverij Nieuwezijds  Wittbrood, K. & Veldheer, V. 92005). Partnergeweld in Nederland. Een secundaire analyse met de Intromart-onderzoek naar huiselijk geweld. Tijdschrift voor Criminologie, 47, 3-23 126
  • 127. Geraadpleegde literatuur DPI & Hechting  Eurelings-Bontekoe, E.H.M en Snellen, W.M (2004). Theoriegestuurde multidimensionele multitrait-diagnostiek: Theorie en relevantie voor de psychotherapie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 30, 6, 397-413.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M. & Snellen, W.M. (2005). Dupliek op het kritische commentaar van Jaspers. Tijdschrift voor Psychotherapie, 31,1, 59-66.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M. & Snellen, W.M. (2005). Theoriegestuurd en contextueel. Repliek op Smid & Kamphuis. De Psycholoog, 40, 4, 193-197.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M. en Snellen, W.M. (2005). Reactie op de discussie over de NVM-profielinterpretatie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 31, 4, 315-318.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Snellen, W.M. en Pieper-de Vries, I.(2005). Twee methoden van dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek: het ontwikkelingsprofiel en de theoriegetsuurde profielinterpretatie van persoonlijkheidsvragenlijsten-een analyse van hun onderlinge verhouding. In R.E. Abraham (Red.), Het Ontwikkelingsprofiel in de praktijk (pp 121-136). Assen uitgeverij. 127
  • 128.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M., & Snellen, W.M. (2005) Psychodiagnostische methoden bij volwassenen. In W. Everaerd et al. (Red.), Handboek Klinische Psychologie. (pp 2-32). Houten: Bohn, Stafleu Van Loghum.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M. en Snellen, W.M. (2006). Persoonlijkheidsvragenlijsten. In C. de Ruiter en M. Hildebrand (Red.), Handboek Psychodiagnostiek (pp 21-59). Amsterdam: Harcourt International.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M. en Koelen, J.A.(2007). De Somatisatie-Ernstige Psychopathologie combinatie binnen de theoriegestuurde profielinterpretatie van de NVM: Somatisatie als affectregulator en maat voor sociale (in)competentie. Tijdschrift Klinische Psychologie, 37, 2, 107-122.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Verheul, R. en Snellen, W.M. (Red.) (2007). Handboek persoonlijkheidspathologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN: 9789031 346608.Gorcum BV  Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Koelen, J.A. en Snellen, W.M. (2007). Psychodynamische modellen. Van Freud tot Fonagy. In E.H.M. Eurelings- Bontekoe, R. Verheul en W.M. Snellen (Red.), Handboek Persoonlijkheidspathologie (pp 185-202) . Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 128
  • 129.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Luyten, P., Remijsen, M. en Koelen, J.A. (2010). The relationship between personality organization as assessed by theory driven profiles of the Dutch Short Form of the MMPI and self-reported features of personality organization. Journal of Personality Assessment, 92,6,599-609.  Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Luyten, P., IJssennagger, M., Van Vreeswijk, M. & Koelen, J.A. (2010). Relationship between personality organization and Young's cognitive model of personality pathology. Personality and Individual Differences, 49, 198-203.  Kate, ten, C.A., Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Muller, N. en Spinhoven, Ph.(2007). Persoonlijkheidsstoornissen in de tweedelijns geestelijke gezondheidszorg. Prevalentie, kenmerken, behandelindicatie en drop out. Tijdschrift voor Psychiatrie, 49, 597-609.  Koelen, J.A., Luyten,. P. en Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2007). Visies op het borderline concept: verleden, heden, toekomst. In E.H.M. Eurelings-Bontekoe, R. Verheul en W.M. Snellen (Red.), Handboek Persoonlijkheidspathologie (pp 103- 142). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.  Koelen, J.A. en Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2008). De behandeling van de borderline persoonlijkheidsstoornis: een overzicht en implicaties voor onderzoek. Tijdschrift voor Psychotherapie, 34, 1, 3-26. 129
  • 130.  Koelen, J.A., Luyten, P., Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Diguer, L., Vermote, R., Lowyck, B., en Buhring, M. (2012). The impact of personality organization on treatment response: A systematic review. Psychiatry: Interpersonal and Biological Processes ,75, 4, 355-374.  Kok, E. en Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2007). NVM en Autisme Spectrum Stoornissen. Wetenschappelijk Tijdschrift voor Autisme, 1, 34-42  Muller, N. en Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2007). Internaliserende pathologie in de jeugd als risicofactor voor het ontstaan van persoonlijkheidspathologie in de volwassenheid. In E.H.M. Eurelings-Bontekoe, R. Verheul en W.M. Snellen (Red.), Handboek Persoonlijkheidspathologie (pp 64-72). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.  Mosterman, R.M., Eurelings-Bontekoe, E.H.M. en Hofstee, W.K.B. (2016) Voorspellers van behandelresultaat. De samenhang tussen diagnostiek, indicatie, problemen tijdens therapie en behandelresultaat. Tijdschrift Klinische Psychologie, 2, 98-118  Scholte, W., Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Tiemens, B.G., Verheul, R., Meerman, A. en Hutschemaekers, G. (2014). Personality Organization and outcome of inpatient psychotherapy for personality disorders. An explorative study. Bulletin of the Menninger Clinic, vol. 78, no2, 160-176. 130
  • 131.  Koelen, J.A., Eurelings-Bontekoe, E.H.M., Stuke, F., & Luyten, P. (2015). Insecure attachment strategies are associated with cognitive alexithymia in patients with severe somatoform disorder. International Journal of Psychiatry in Medicine, 49, 4, 264-278.  Koelen, J.A., Eurelings-Bontekoe, E.H.M. & Kemke, S. Cognitive Alexithymia Mediates the Association between Avoidant Attachment and Interpersonal Problems in Patients with Somatoform Disorder. Submitted.  Snellen, W.M. & Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2005). Terug naar af of stap voorwaartsReactie op Derksen. De Psycholoog, 40, 9, 462-464.  Snellen, W.M. & Eurelings-Bontekoe, E.H.M. (2007). Indicatiestellling bij persoonlijkheidspathologie. In E.H.M. Eurelings-Bontekoe, R. Verheul en W.M. Snellen (Red.), Handboek Persoonlijkheidspathologie (pp 203-217). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.  Wineke, J.; Eurelings-Bontekoe, E.H.M.; Moene, F.; Van Dijke, A., & Van Gool, A. (2015). Do patients with somatoform disorders present with illusionary mental health? In press: Psychology and Psychotherapy. 131